Het burgeractivisme in Syrië staat de laatste tijd meer en meer onder druk. Onschuldige burgers die opkomen voor vrijheid, een burgersamenleving en rechtvaardigheid, de authentieke revolutionaire gedachte, staan met hun rug tegen de muur.
Het schaakspel Het regime van Al-Assad en IS hinderen de burgeractivisten in Syrië meer en meer in hun werk. Langs de ene kant worden ze aangevallen uit de lucht in Syrië door de vliegtuigen van Al-Assad, zoals in Saraqeb de laatste twee weken. Langs een andere kant wint IS terrein op hun en is Al-Nusra zich steeds beter aan het organiseren in de bevrijde provincie Idlib volgen Raed Fares van Kafranbel (Idlib). Als het zo blijft door gaan komen we in een situatie dat het kiezen is tussen Al-Assad of de extremisten. De oppositie regering die moet opkomen voor de rechten van vluchtelingen en Syriërs in gebieden onder controle van de rebellen en gelokaliseerd is in Gaziantep, Turkije, is een clubje van revolutionairen die alleen om meer geld vragen voor hun projecten, terwijl er veel in hun eigen zakken en met een loon om zelf in het Westen van te dromen volgens vluchtelingen die zich eerder als neutraal zien. De doorsnee vluchteling ziet de oppositie als revolutionaire dieven volgens een gevluchte burgeractivist uit Aleppo die nu in een klerenwinkel werkt. Het ziet er meer en meer naar uit dat de 3 miljoen geregistreerde vluchtelingen in het buitenland gedoemd zijn om in de buurlanden te verblijven omdat de slag om Syrië voornamelijk tussen IS en het Al-Assad regime zal gaan. Dit lijkt zo op dit moment, maar tot nog toe heeft een echte directe confrontatie nog niet plaatsgevonden, enkel lokale. Het ziet er meer naar uit dat Syrië zal moeten kiezen tussen de coëxistentie zoals in Libanon of apartheid zoals in Israël en Palestina, volgens een Palestijns-Syrische burgeractivist. Syrië zou eigenlijk al een landnaam zijn die niet meer zou mogen bestaat. De kaart is definitief hertekend. Gevluchte burgeractivisten Toch zijn veel Syriërs sceptisch over de revolutie, daarvoor hadden ze een leven, nu hebben ze niets. Veel burgers doen op dit moment alles om te overleven en een toekomst te bieden aan hun kinderen of een waardig leven te leiden. Veel van hun dromen van ooit naar Europa te gaan en zijn daarvoor nu in de buurlanden aan het sparen. Jong volwassenen die hun studies stopten, actief werden in het verzet en later naar de buurlanden vluchten, zijn vaak de enige kostwinners in hun familie omdat de ouders niet meer aan werk geraken. Deze moeten afstappen van hun activiteiten en hun dromen om verder te studeren. Zij krijgen de slechtste betaalde jobs in Turkije. Bij de vluchteling die in het dagdagelijkse leven met het absolute minimum moeten overleven, zeggen dat 90% van de burgeractivisten het voor het geld doet in Gaziantep, Turkije. De burgeractivisten blijven dus bestaan onder de vorm van activisten. Ze gebruiken hun revolutionaire vaardigheden en connecties om van hun passie hun beroep te maken. Het werk dat ze in Syrië deden als burgeractivisten vonden ze gewoon plezant dus ze zouden graag op deze golf verder werken. Voor deze burgeractivisten is de revolutie een beroep geworden om te kunnen overleven. Ze weten dat ze hun toestand kunnen gebruiken om een leven uit te bouwen ten voordele van land. Lokale burgerinitiatieven in Syrië De lokale initiatieven in Syrië zijn onder gefinancierd, zijn afgesloten van de buitenwereld en bezwijken onder de bommen. Door het bombarderen van Kafranbel, het bekende stadje met hun protesten op vrijdag met creatieve tekeningen en teksten op banners, zijn deze burgeractivisten zich gaan verzamelen in 'Idlib countryside' en gaat het protest waarschijnlijk niet meer door in Kafranbel, volgens Marjolein Wijnickx van PAX Nederland. Toch blijft het belangrijkste probleem de onderfinanciering van burgerprojecten in Syrië, deze gaan met bokalen in winkels geld verzamelen zoals de school in Aleppo, Mustafa Qarman met de campagne van Kesh Malek (Schaakmat), hiermee willen ze 15 scholen financieren onder de slogan; 'Chance for Change'. De lokale burgeractiviteiten blijven brood nodig en zijn de spil van de Syrische revolutie. Deze helpen de burgers in Syrië die anders zouden verstoken worden van hulp. Deze verdienen onze steun. Volgens Marjolein Wijnickxs van PAX lieten haar de mensen die ze sprak in Gaziantep weer zien dat er hoop is. Een activiste uit Hassakeh was bang om weer terug te gaan omdat de frontlinie van IS nu deze vlak bij waar zij woont is. Maar toch gaat ze terug en maakt ze plannen voor de activiteiten die ze gaan doen in hun centrum. Deze mensen willen een ander Syrië en zij zijn de mensen die een ander Syrië mogelijk kunnen maken. Hen ondersteunen is de beste investering in een toekomstig vreedzaam en democratisch Syrië. Deze grass-roots initiatieven blijven dus tot op de dag van vandaag voortgaan, maar omdat de lokale burgeractivisten steeds minder vrij kunnen bewegen, vaak alleen via gsm en facebook kunnen communiceren, tekort hebben aan voedsel en voortdurend kunnen gebombardeerd worden; Komen hun verhalen vaak niet in de media. Desalniettemin dat zij onderdruk staan, zijn de lokale burgeractivisten een onontbeerlijk weefsel voor hoop omdat ze blijven geloven in een eengemaakt Syrië in een conflict waar iedereen tegen elkaar wordt uitgespeeld.
0 Comments
Sinds meer dan drie jaar verzetten burgeractivisten zich tegen de terreur van het regime van Bashar al-Assad in Syrië. Zelfs in volle oorlog is Syrië een sociale fabriek van geweldloos verzet in al haar vormen. De laatste maanden stond het Burgeractivisme enorm onder druk, toch zijn er positieve noten.
Wat al lang vergeten wordt is dat het conflict in Syrië geen zwart-wit verhaal is. Er moet echter op blijven gehamerd worden dat de Syrische Revolutie nog lang niet dood is. Op verschillende plaatsen bloeit deze nog steeds. Het Syrische conflict kan niet gereduceerd worden tot een geopolitiek spel, waarin alle groepen zijn gemilitariseerd en waarin Islamisme en sektarisme bod vieren. Het is opmerkelijk om te zien dat het Syrische conflict geïnstitutionaliseerd geraakt is. De strijd van de burgeractivisten is 'bottom-up' terwijl er enkel aan 'top-down' strategieën wordt gedacht. Een politieke oplossing is volgens de internationale gemeenschap enkel mogelijk tussen politieke leiders en de staat. Terwijl de strijd van activisten en hun burgerinitiatieven voor vrijheid, waardigheid en sociale rechtvaardigheid centraal zou moeten staan. De geestelijke vader van de burgerinitiatieven die zijn ontstaan in Syrië is de anarchist wijlen Omar Aziz, die gestorven is in februari 2013 in een gevangenis van het regime. Het is duidelijk dat er binnen de publieke opinie weinig bewustzijn bestaat over de populaire strijd en de 'grass-roots' civiele beweging in Syrië. Een verzachtende reden voor is dat het Syrische middenveld problemen heeft om te communiceren met het buitenland. Omdat er weinig elektriciteit en internet is kunnen zij moeilijk hun boodschap naar buiten krijgen. Er moet ook rekening worden gehouden met het feit dat op dit moment meer de 50% van de bevolking honger lijdt, daarmee dat ze hun schaarse middelen niet in communicatie steken. Rajaa Altalli, co-oprichter en co-directeur, vertelt: 'De situatie van de burgeractivisten in Syrië is complex. Het zijn lokale groepen of lokale organisaties die, met verschillende missies, samenkwamen in een gefragmenteerde samenleving. Sommige van deze groepen sensibiliseren, andere verlenen psychosociale zorg of werken aan verzoening. Velen doen aan humanitaire hulp. De burgeractivisten verrichten belangrijk werk voor hun gemeenschap; zonder dit werk zou Syrië er nog slechter aan toe zijn. Ze zullen echter pas echt iets kunnen doen met een beter communicatie tussen de verschillende groepen en nationale en internationale organisaties. Omdat ze op die manier samen het regime onder druk kunnen zetten. Omdat er geen andere oplossing is voor het conflict dan een politieke oplossing.' Ook volgens ngo Madani is het lokale middenveld de uitgelezen gesprekspartner om met alle spelers binnen en buiten Syrië te dialogeren om een duurzame vrede via een politieke weg te bewerkstelligen. Initiatieven zoals Radio Alwan, dat op 5 april zijn eenjarig bestaan vierde, promoot vrije meningsuiting en debat. In Darraya bokst Enab Balady op tegen de officiële kranten van het regime met een onafhankelijk weekblad. In de provincie Idlib is een herbebossingscampagne op poten gezet. Dat was nodig nadat mensen de bomen omhakten om op te branden tijdens de winter en regeringsbombardementen de bossen vernielden. Vrouwen eisen hun rechten op tijdens de internationale dag van de vrouw. Omdat zij vinden dat zij ondanks grote opofferingen weinig hebben kunnen bereiken en niet vertegenwoordigd zijn in de oppositie. Die projecten krijgen in Saraqeb en Kafranbel ondersteuning van IN GREEN, dat in alle bevrijde gebieden miljoenen euro's aan humanitaire hulp uitgeeft. De meeste initiatieven zijn ondergronds actief, uit schrik voor vergeldingsacties van het regime en de extremisten. Op dit moment is IN GREEN bezig met het beheer van water en vuilnis, infrastructuuropbouw en civiele bescherming. Het project wil de economische cyclus weer op gang brengen. Syrië heeft zoveel averij opgelopen dat het land zeker 30 jaar nodig zal hebben om terug op de ontwikkelingsgraad van 2010 te geraken. Toch is er beperkte internationale solidariteit met de burgerinitiatieven en weinig erkenning voor de uitdagingen waar zij voorstaan. Burgeractivisten en hun initiatieven staan er dus vaak alleen voor, omdat de politieke beweging onder leiding van Ahmad Al-Jabra van de Syrische Nationale Coalitie hun steeds meer naar de zijlijn verplaatst en hun geen financiële steun geeft. Al-Jabra gelooft staat voor een militaire oplossing van het conflict. Hij reist de wereld rond voor financiële steun te krijgen voor een 'game-changer', een wapen dat het militaire status-quo kan verbreken. Internationale NGO's en de VN zijn verplicht om als ze hulp willen verstrekken via het regime te gaan. De VN doet dit omdat er anders moeilijk nog een politieke oplossing kan komen omdat er dan helemaal geen dialoog meer mogelijk is met het regime. De grootste NGO die actief is in Syrië voor humanitaire hulpverlening Mercy Corps zij gaan in tegen het beleid om via het regime te gaan. Daardoor kozen zij om hun hulp in regime gecontroleerde gebieden te stoppen. Met als gevolg dat alle hulp nu geconcentreerd wordt in gebieden die door het regime gecontroleerd worden. Het is belangrijk dat er nu internationale solidariteit op gang komt zoals deze van Mercy Corps in de bevrijde gebieden. Het middenveld in de Westerse wereld moet zich afvragen of er een populaire strijd aan de gang is en of er organisaties zijn met welke zij hun waarden delen? Het antwoord op beide vragen is: JA! Dus het is nu het moment dat de burgeractivisten aan het langste eind trekken. En dat er een geweldloze 'game-changer' komt voor de Burgeractivisten zodanig zij als een feniks uit het stof kunnen oprijzen. There are 10 to 15 million Syrian-Lebanese people in Latin America. There is a community of about 5-10 million living in Brazil, 3,5 million in Argentina and half a million in Venezuela. They are mostly Christians who fled the Ottoman Empire at the end of the 19th century. They forgot their language and assimilated to the Latin American culture or so it seems.
A revival of Syria-Lebanese identity Before it was not rarely seen that these families use Arab words in their family dialect of Portuguese and Spanish. Also people should not forget that in those families grand mothers dish is mostly a Syrian-Lebanese dish. Now we see in São Paulo Arab cultural happenings with typical food and dance. Also more and more decedents are learning Arabic. With the Syrian crisis there is manifestation of their cultural and political identity, rarely seen in the Syria-Lebanese Diaspora, more commonly seen in the Palestinian Diaspora. The strange thing is that the revival started earlier than the Syrian crisis. Raise of the left and the strategic alliance with the Middle East Around the start of the new millennium a new leftist caudillo rose up, Hugo Chavez, for his socialism of the 21st century, he believed they needed a multipolar world, consisting of different dominant regional powers. In the first decade of the 21th century left-wing governments popped up in Latin Amerika. The anti-imperialistic logic and the terrorist attacks of 9/11 made the Middle East the focal point of the imperialistic and anti-imperialistic powers in the world. Chavez needed strategic alliances with the Middle East, he introduced a direct flight between Teheran and Caracas (Capital of Venezuela) and supported the regime of Al-Assad with oil shipments starting in 2010. Also current leftist President Maduro of Venezuela let a lawmaker form his party leave to Syria to fight with the regime, Maduro called it a dignified stance.When the war in Gaza broke out in 2014, Maduro said it would admit Palestinian children to Venezuela to give them medical care. He proclaimed that Israel was committing genocide in Palestina, while he is supporting genocide in Syria. In Uruguay the president Mujica said he would accept Syrian Refugees. The awaking Latin America's left and the Middle East forged a new anti-imperialistic axis or South-South relations in the first 10 years of the 20th century. The main countries involved are Brazil, Venezuela, Syria and Iran. In June 2010 Bashar Al-Assad did a Tour in Venezuela, Cuba, Brazil and Argentina, this was a first visit of a head of state of the Middle East to Latin America. His goal was to reactivate the relation with the diaspora in Latin America. Also to distribute anti-imperialistic publications to introduce people to geopolitics of the Middle East. Al-Assad and his wife seduced the public opinion and an energy treaty with signed between Venezuela and Syria, which would become crucial in the current crisis. Bashar Al-assad also took time to talk to the main leaders of the Syrian-Lebanese community to bring them closer to their roots. Just after the re-election of Chavez in 2012, he proclaimed that the opposition in Syria were terrorists, although this seemed more symbolical. The Syrian revolutions and the war that followed simultaneously could not leave the Syrian-Lebanese community untouched. Most of the communities and especially left wing of Syria-Lebanese community support the regime of Al-Assad. Only a small minority supports the revolution. The positions and mobilization of the communities in Venezuela, Brazil and Argentina. In Venezuela they still remember the 2002 coup d'état which was shown to the world in the documentary, the revolution won't be televised. For Venezuela of Chavez, later after his death, of Nicolas Maduro they supported the Syrian Regime, because they saw the revolution like in their country in 2002 as a coup d'état. They kept close contact with the Syrian embassy in Caracas and published the reports of the embassy in the press. For the Regime in Venezuela the “coup d'état” Syria was the work of Imperialistic forces and Al-Assad was doing a heroic battle against the reactionaries. On the other side Bashar Al-assad showed his solidarity with the violent crackdown on the protests in Venezuela earlier this year. Just a few days ago the university of Damascus honored Chavez for his bringing about a multipolar world on the 23th of April 2014. In Brazil the support is less ideological, but for example the Free Syrian Army (FSA) is considered as a terrorist group. The support from the regime comes mostly, because of fear of the Jihadist fighting along the FSA against the regime. They believe that this will lead to a new wave of immigration from Syria like at the end of the 19th century. Their community is mostly Christian and the community is afraid of the new position the minorities would have in a new Syria. In Argentina the support of the Syria-Lebanese community is mostly for the regime in Syria. They call the FSA, rats or Contra's like the army in Nicaragua that fought the Sandinistas. The supporters organized in 2012 a global march for Syria in Buenos Aires. The strange thing was that in Argentina, more than in Brazil and Venezuela the movement was geopolitical and strategic. They were protesting against the isolation of Iran and the destruction of the Shia axis. This is because there is an old and well organized community of Alawies in Argentina, and one of the founders of the Baath-party resided in Argentina. The diplomacy In November 2012 the special envoy of Al-Assad, Bouthaina Chaaban, was in Latin-America for treatment, but apparently this was a fake excuse to have a dialogue with the most important members of the Syria-Lebanese expats, like Al-Assad calls the diaspora. He met the Syrian-Lebanese vice-president of Brazil, Michel Temer, in a meeting organized by the Syria-Lebanese community in São Paulo. In Venezuela he tried to negotiate a new delivery of fuel and last but not least an escape plan for the Assad family and her entourage. Bashar Al-assad hold elections on the 3th of June of 2014, he send invitations to friendly countries, also the Latin American countries are included. The heads state and deputies of Brazil, Venezuela, Cuba, Ecuador, Bolivia and Nicaragua are invited to follow the poll. During Putin's tour in Latin America in July, he proclaimed that he wants that Latin America becomes their major ally according to his anti-imperialistic logic. The plan is to make Russia and the Latin-America more interconnected on the economical level. Russia is with the boycot of the Western world searching to import meat, fish, fruit and vegetables and diary products. These are opportunities for these communities, but what will this lead to in the future... Venezuela is buying weapons from China and Russia. China is an older player on the continent. The Latin-americans Caudillo's believe in a multipolar world, all they will get is a new imperialist power like China or/and Russia. The Latin American people are used to this, when the Chinese came they said it was a Chinese tale, or a lie, now it will a Russian tale. Conclusion Syrian regime is actively searching for military, energetic, public support in Latin America and the left in Latin America forged the public opinion in a way that it seems normal to support the regime from an anti-imperialistic viewpoint. The Latin American leaders are preparing a new home for the Syrian regime as the revolutionaries would be the mayor player in the construction of a post-conflict Syria. One thing is sure, the Syrian conflict is a mayor divider of the international communities. This won't bring peace to the innocent Syrian civilians who hardly survive the conflict in their country. This is the biggest mistake of the Latin American left, that they didn't support the people, but the heads of state. For this, the history will NOT absolve them. If you want to know there is not a single leftist brigade fighting in Syria and why the masses in the Arab world do not look to the left but to the right, to Islamists, for guidance, inspiration, and political leadership, start with the betrayal of internationalism and socialism by the governments of Venezuela and Cuba. The Syrian regime has always delivered cosmetic services to the status of women. At the moment within the Syrian opposition movement, women get few important positions. Women civil activists witness that the same is happening in the political context. But women do not want this situation to continue, and are readyto stand up for their rights more openly.
Women are the front-runners of the revolution According to Hiba Alhaji (Om Ezzideen), who established the first center for women in the province of Idlib, 40 years of exclusion of women has been enough for women to undertake the revolution: ‘Women had their place in the regime, but they were always members of the Al-Assad families sect, the Alawies. There were women in the parliament, but they had always a bad reputation. Women who had connections with the Muslim Brotherhood were band from governmental jobs and the labour market.’ We cannott forget that on 12 March 2011, when the opposition was still shouting for reforms, it was the daughter of the Druze Sultan Alatrash, who for the first time openly called for the regime to step down. But it became soon clear that the dream of ending the patriarchal regime would be difficult, as this was in contradiction with the sometimes traditional and conservative values of one part of the movement. The opinions were actually divided when women activists debated the need to wear traditional clothes or not; some said it is part of the patriarchal regime, others said it is a free choice. Although many women civil activists believed that their rights would go hand in hand with the claims for democracy and freedom, this has not been the case until now. Some testimonies According to female civil activist Yara Nuseir the political opposition wants to project an image of plurality, they want a woman in their ranks, and more precisely a woman from a religious minority: ‘They never had the aim to end the struggle for inequality and guarantee true equal rights for women. Feminism is not a value that is propagated by the political opposition in Syria. Zaina Erhaim, a journalist who brings stories out about women activists, tells her story: ’It was two days before Geneva 2, I was called by the official delegation of the political opposition, the Syrian National Coalition. They needed a woman and someone who speaks English to attend the delegation to Geneva. I decided not to do join, as this political movement clearly wants my presence only for the picture, to fill the quota for women without giving women a voice or real place at the negation table. ‘ When certain segments of the revolutionary movements took up there weapons, women got an important role in the field of humanitarian aid, conflict resolution and psychological aid and support for children. There were even women rebels like Jivara from Aleppo, one of the best snipers of the Free Syrian Army. This said, there is actually a very big difference in the way the different rebel groups treat women. For most of the Islamists it is Haraam, which literally means ‘forbidden’ in Arabic, for women to work except for jobs like nursing and teaching. Based on this approach/interpretation, Alhaji, a women in Raqqah, the progressive town that is now under control of ISIS, was beaten merely on the fact of chatting on facebook: The rebels of ISIS also threatened to kill women if they do not wear a headscarf. This began in November 2013 when ISIS took control of the city of Raqqah. Erhaim told me that the months before the taking control of Raqqah, she walked freely through the city. She saw girls full of makeup and without a headscarf walking before the headquarters of ISIS in Raqqah. According to Alhaji women are better treated in the ranks of the Free Syrian Army: ‘because they see us as sisters.’ Erhaim is one of the journalists and activists who came to the liberated areas in the North of Syria to escape the terror of the regime. She tells me that in the Northern cities it is more difficult to walk without a headscarf, because these are poor and conservative regions. She even told me that she is afraid to buy food and vegetables without the company of a man. Razan Ghazzawi asks herself how many women there are in the Syrian National Coalition and the local councils. ‘We get symbolic recognition, but we don’t get an active role in the political opposition.’ Until now the most important role model for women in the Syrian National Coalition is Suheir Atassi, who is a civil activist of the first hour, she is vice president. Khawla Dunia says the Syrian National Coalition is just a mirror of the regime; the decision-making is in the hands of men too. According to Erhaim the life of Syrian women is 3 times harder than of men: ‘This is because of the traditions in the conservative areas, the military repression, the shadowing and the social pressure. Women have to stand up against this and then convince people to be taken seriously.’ The Syrian activist who got most acknowledged is Razan Zaitouneh. Before the revolution she was a lawyer who defended the rights of political prisoners. During the revolution she mapped human rights violations and supported local councils. She is a symbol for female resistance. In Europe she is know because in 2011 she won the European Parliament’s Sakharov prize for freedom of thinking as one of the activists of the Arab Spring. She was not able come to Brussels as she is hiding from the regime. In December 2013 she kidnapped by an unknown rebel group and still considered captured. Women are the game changer According to Dunia, the situation of Syrian women is also worse than men’s situation: ‘There is an imbalance between our sacrifices and what we achieved’. Yara Nusair thinks that women are crucial to give energy and support to their communities en that women have to convince men of feminist values’ According to Hiba Alhaji one can not deny the fact that women are leaders and front-runners of the revolution. Erhaim adds that the revolution has made women conscience about their oppression by the current regime. Khawla Dunia compares women with spices for men in the political movement: ‘ They use us like spices to give taste, but spices do not have an influence to change the main ingredients. I do not’t want to participate in any form of cooking as long as I am not an active participant.’ Burgeractivisme in Syrië blijft overeid
Hoe is het allemaal begonnen? Toen de revoluties in Tunesië, Egypte en Libië uitbraken, kregen de Syriërs hoop. Er gingen berichten de wereld rond dat een fruitverkoper in Sidi Bouazid, genaamd Mohamed Bouazizi, zichzelf in brand gestoken had uit protest tegen de onderdrukking en vernederingen door het regime. Daarop volgend ontstond een revolutie tegen het regime van Ben Ali. Voor veel activisten was het in Syrië wachten tot zij konden overgaan tot vreedzame protesten. Begin maart 2011, durfden enkele kinderen op een muur in Dara'a de revolutionaire zin Ash-shab yurid isqat an-nizam, het volk wil het regime omver gooien, te schrijven. Ze werden opgepakt en gemarteld door de inlichtingendiensten. Hun ouders probeerden eerst het probleem in der minne te regelen met de inlichtingendiensten, maar dat lukte niet. Daarop ontstond protest in Dara'a, dat zich over heel het land verspreidde. Doordat nu alle ogen op Syrië gericht waren, hoopten de activisten dat deze opstand niet bloedig neergeslagen kon worden zoals vorige opstanden in bv. Aleppo in '82. Ook al werden de protesten met extreem geweld neergeslagen, toch bouwden talloze Syriërs via sociale media, cartoons en creatief verzet aan een civiele beweging. Spottende slogans in Kafranbel Het Kafranbel in de provincie Idlib is het creatieve centrum van de revolutie. Het dorp verwierf faam met zijn spottende slogans tijdens betogingen. Tot ongenoegen van extremistische groeperingen bedenken creatievelingen Engelse slogans om internationale aandacht te krijgen voor ‘de oorlog tegen burgers’. De dorpelingen stellen ook de onverschilligheid in het westen aan de kaak. De mensen in dat dorp hebben niets te verliezen in hun huidige situatie. Ze willen vrijheid.[i] De leider van deze acties is Raed Fares (40). Vroeger was hij lid van de Baath-partij, waar hij faam verwierf. Hij bekritiseerde echter de Syrische inlichtingendiensten te veel en vond het onredelijk dat mensen die te dicht bij de Moslimbroeders staan geen job bij de overheid kregen. Zijn activisme begon toen de protesten in Tunesië en Egypte startten. In zijn immobiliënkantoor had Fares samen met een paar gelijkgestemde advocaten het plan opgevat om iets te veranderen. In februari 2011 begonnen ze slogans tegen het regime op muren te spuiten. Toen hadden ze nog niet het idee om er video's en foto's van te maken. Op 25 maart 2011, toen de protesten nationaal werden, vond er nog een pro-al-Assad rally plaats in Kafranbel. De week daarop barstte het burgerprotest echter los. Fares begon Engelstalige boodschappen te versturen via verschillende kanalen. “We dachten dat de internationale gemeenschap meer zou reageren om mensenrechtenschendingen tegen te gaan als we dit verhaal in het Engels zouden brengen.” In januari 2013 spraken ze over de ‘Syrische revolutie’. “Iedereen begon over een burgeroorlog te spreken. Wij willen de internationale gemeenschap eraan herinneren dat het hier gaat om een revolutie en niet om een burgeroorlog.” Executies in kaart brengen In Raqqa zijn er regelmatig executies door moslimextremisten. Hiertegen komt een bewonderenswaardig mensenrechtenactivist in actie. Asyad Al-Mousa, een 34 jaar oude advocaat, brengt de mensenrechtenschendingen van het regime en de moslimextremisten in kaart. Door het verzamelen van bewijzen van mensenrechtenschendingen, wil hij iets doen om Syriërs te beschermen. Toen vier maanden geleden een nieuwe executie werd aangekondigd, mobiliseerde Al-Mousa zijn medestanders en deden ze een sit-in op het plein waar de executies doorgaan. Ze maakten een banner met de slogan 'Hier is het licht van de vrijheid en jullie zullen het niet van ons afnemen'. Hun sit-in heeft de ter dood veroordeelden niet kunnen redden, maar daarna zijn er minstens drie maanden geen executies meer geweest in Raqqa. In oktober werden echter weer 17 mensen geëxecuteerd. Soms is het confronterend voor Al-Mousa, zoals toen een lid van de inlichtingendienst die hem nog gemarteld had, terechtgesteld werd. Al-Mousa vond dat hij het verdiende. Al-Mousa zegt dat hij meer schrik heeft van islamisten dan van het regime. Hij is moslim, maar hij trekt een duidelijke lijn tussen zichzelf en de moslimextremisten. Hij is geen extremist geworden omdat hij sterk in zijn schoenen staat en gelooft in rechtvaardigheid.[v] Een radio die droomt van een beter land In het Noordelijke Saraqib richtten kritische burgers een nieuw radiostation Alwan (Kleuren) op. Saraqib staat niet meer onder bestuur van het Syrische regime. Veel burgers zijn zich goed bewust van de vrijheid die ze willen en kanten zich tegen wie hen tegenwerkt, het regime of extremistische groepen. Radio Alwan wordt geleid door een groep jongeren. Hun droom is een beter land voor alle Syriërs. Omdat ze via FM uitzenden kunnen ze ieder Syrisch gezin in de Idlib provincie bereiken, en ze zijn online te volgen. Radio Alwan begon in april 2013 uit te zenden en wil genuanceerde meningen brengen. Het station baseert zich op tolerantie en wil de civiele samenleving versterken. Hun hoofdbedoeling is om mensen uit de depressieve sfeer te trekken. Daarom brengen ze hoopvolle berichten en aangename muziek. Ze proberen met de doorsnee Syriër in contact te komen om problemen te bespreken en gevoelens van haat en wraak te bestrijden. Ze leren de Syriërs welke rechten ze hebben, in een taal die makkelijk te verstaan is.[vi] Rebellengroepen onder de duim Even buiten Damascus ligt een stad in handen van rebellen, Darayya. Het is hier anders dan in andere bevrijde steden. Hier moeten de rebellengroepen rekenschap geven aan een lokale burgerraad. In andere steden werken rebellen en burgers nauwelijks samen. Het idee ontstond omdat de inwoners niet meer aan het regime moesten gehoorzamen en zich ten dienste van hun stad konden stellen. Eerst begonnen ze samen de stad op te ruimen. Daarna voerden ze controle op de rebellengroepen in. Begin 2012 begonnen enkele journalisten in de stad hun eigen krant, Enab Baladi (Plaatselijke druiven). Zij wilden meer dan de drie officiële kranten van het regime. Ze menen dat, om het regime te verslaan, de geesten moeten veranderen. Daardoor schrijven ze niet alleen over politiek, maar ook over economie, samenleving, cultuur en geschiedenis. Er is een online versie en een gedrukte versie van de krant. De grootste oplage was 800 exemplaren. De krant bericht ook over politieke gevangenen die nu al twee en een half jaar in de gevangenis zitten en leert de Syriërs hoe ze zonder sporen achter te laten op facebook actief kunnen zijn. Vrouwen die van aanpakken weten In de Westelijke stad Salamia houden vrouwen het vuur van het vreedzame verzet brandend. Elke zaterdag komen vrouwen samen om te bespreken wat er zich de afgelopen week heeft afgespeeld. Daarna schrijven ze samen een politiek pamflet en verspreiden dit in hun stad. Ze publiceren het pamflet ook online zodat heel de wereld het kan zien. Het is opvallend dat deze vrouwen sinds het begin van de revolutie nooit gestopt zijn met actievoeren in het openbaar, omdat de stad nog steeds in handen is van het regime. Op 3 september 2013 werd een mijlpaal bereikt, het miljoenste kind vluchtte uit Syrië. In totaal zijn er ongeveer 2 miljoen vluchtelingen buiten Syrië en dagelijks vluchten er 5000 Syriërs de grens over. Een jaar geleden kreeg ik de opdracht van UNHCR om een stuk te maken over hervestiging van Syrische vluchtelingen met als case studie het Za'atari vluchtelingenkamp. Het werd mij al snel duidelijk dat de vluchtelingen maar één ding willen en dat is terugkeren naar hun land. Dus vloeide er een fotoreportage uit voort met de nadruk op de Syrische vluchtelingen kinderen. Toen ik in Jordanië toekwam in september 2012 werd ik van het kastje naar de muur gestuurd om een toelating te krijgen om het vluchtelingenkamp te mogen betreden. Na 2 weken proberen kon ik eindelijk vertrekken op de voorlaatste dag van mijn reis. Ik vertrok uit de hoofdstad Amman naar de provincie el Mafraq in het Noord Oosten. Aangekomen in het Za'atari kamp waar ongeveer 30.000 vluchtelingen werden ondergebracht werd het mij als snel hoe indrukwekkend en immens het vluchtelingenkamp is. De hitte was onverdragelijk en op de belangrijkste boulevards tussen de tenten probeerden de vluchtelingen aan de kost te komen door brood te bakken, haar te knippen, chips en snoepjes te verkopen. Opeens hoorden ik een hels kabaal en een menigte van 300 jongeren op mij afkomen. Het waren jong volwassenen die juist het nieuws hadden ontvangen van een belangrijke overwinning van de rebellen op het regime, iedereen was aan het joelen en er was echt een feeststemming. Van onze gids moest ik al snel doorlopen en ik kwam terecht in een deel van het kamp waar de juist aangekomen vluchtelingen werden opgevangen. Ik begon alvast met het interviewen van mensen en foto's te nemen. We vroegen naar de verhalen van de mensen, naar wat ze hadden meegemaakt. Een jongen toonde mij een littekens van schotwonden op zijn arm. Hij was met een groep vrienden over straat aan het lopen toen hij werd aangevallen door de soldaten van het regime, hij was de enige van zijn vrienden die de aanslag overleefde. Tijdens het vertellen van zijn verhaal boden zijn ouders mij eten aan, eerst wou ik het niet aanvaarden omdat te mensen dat te mensen in dat vluchtelingenkamp te weinig te eten hebben. Maar daarna vertelden ze mij dat ze eigenlijk genoeg eten hebben, maar dat de Jordaanse keuken niet te eten valt. Bij het buitenkomen van de tent wordt ik aangeklampt door kinderen die willen dat ik een foto neem, je ziet in hun ogen dat ze een jeugdig enthousiasme kwijt zijn. Opnieuw word ik een tent ingetrokken door een man die ik herkende van een foto van in de "Jordanian Times". Hij schenkt thee in en begint te vertellen dat zijn jongste zoon juist begon te praten, hij zijn eerste woordjes zei, maar dat hij toen hij opgeschrokken werd door een bom die naast hun huis ontplofte en een deel van hun gevel vernietigde gestopt was met spreken. De vader vertelde mij dat zijn zoon nu al enkele weken niet meer spreekt. Het werd mij duidelijk dat kinderen de grootste slachtoffers zijn van deze crisis. Na verschillende interviews en foto's blies ik de aftocht, mijn de verhalen zouden nog lang door spoken in hoofd, zeker toen de winter kwam en de situatie in het vluchtelingenkamp schrijnend werd. Dit is het verhaal van veel kinderen in het Za'atari kamp, ze hebben last van angstaanvallen, voelen zich onzeker, tekenen oorlogstaferelen en verkleden zich als rebellen. Voor de kinderen is de situatie kritiek! Op dit moment zijn er zo'n 180 000 vluchtelingen in het Za'atari vluchtelingenkamp en is daarmee het tweede grootste vluchtelingenkamp ter wereld. Als je weet dat de maximale capaciteit 80 000 is, dan snap je welke catastrofe er zich zal voltrekken tijdens de winter in Jordanië. Vandaag, 7 Januari, is het Zatari kamp overstroomd. Het kamp opende in Juli 2012 op een plaats waar verschillende Syrische vluchtelingen hun toevlucht hadden gezocht sinds het begin van de opstand. Ik was ter plaatse op 17 september om een fotoreportage te maken in samenwerking met UNHCR Benelux, toen was er al sprake van overstromingsgevaar. Helaas moeten we vandaag vaststellen dat wat logische vaststellingen lijken niet leiden tot aanpassingen in het beleid. De mensen in het kamp verdrinken in een bad van miserie en iedereen staat er rond te kijken. Zelf de kerstreportage over het Zatari kamp op de één journaal toonde maar een deel van de problemen. Lijden onze samenleving dat echt aan selectieve verontwaardiging of zijn de problemen dezer dagen zo complex geworden dat dit lijdt tot inertie? Hoe kon dit gebeuren? De rede hiervoor is tweezijdig, enerzijds omdat omwille van de zandstormen was het zand in het kamp weggegraven en men was op een harde aardkorst terecht gekomen. Daarop had men stenen gelegd, op die manier hadden ze minder last van opvliegend zand, maar creëerden ze een ondergrond die geen vocht meer kon absorberen. Anderzijds is het kamp in een vallei gebouwd, al het water van de omliggende gebieden stroomt richting het kamp. Waren er dan geen geologen en geografen aanwezig bij de planning van het kamp. Ik kan mijn verontwaardiging niet verbergen omdat ik 17 september al een artikel las dat deze ramp had voorspeld. Toch is het gebeurd! Inertie van de Jordaanse overheid In september stelden de Jordaanse overheid nog voor om de toen nog 25.000 vluchtelingen te verhuizen naar een andere plaats, dit is dus niet gebeurt. Er is geen officiële verklaring gegeven waarom het niet gedaan is. Ik vroeg aan het hoofd van UNHCR Jordanië hoe dit mogelijk was, maar kreeg zoals verwacht geen antwoord. Nu zitten de zowat 45.000 vluchtelingen niet alleen in de kou maar ook in de nattigheid. Uit beelden op het internet kan je opmaken dat het water hun tent van voren binnen loopt en van achteren weer buiten loopt. Bronnen over de schade zijn er nog niet, omdat dit nog maar sinds enkele uren bekend is. De komende dagen zullen cruciaal worden omdat het risico op infectie ziekten al groot was, zal dit nu alleen maar toenemen. Wat nu? Hoe zullen de vluchtelingen vanavond slapen? Waarschijnlijk zullen ze niet veel slapen, want slapen in een plaswater lukt niet echt, dat zullen de avonturiers onder ons wel weten., zeker als ze op sponsen matrassen slapen. Almafraq, de provincie waar het Zatari kamp gelegen is, is een desolate plaats, er zijn geen scholen, sportzalen waar de duizenden vluchtelingen kunnen verblijven. De vluchtelingen zullen weer hun veerkracht moeten tonen en de bittere pil doorslikken, zoals nu bijna twee jaar het geval is. Op 27 december waren er 562,950 wachtende op en geregistreerde Syrische vluchtelingen in de buurlanden. Daarvan zijn er 147,107 geregistreerd in Turkije, 126,724 in Libanon, 116,778 in Jordanië, 67,015 in Iraq en 12,836 in Egypte. Als we de verhoudingen bekijken dan zien we dat 54% van de vluchtelingen jonger zijn dan 18 jaar zijn. 44% tussen 18-60 jaar en 2 % ouder dan 60 jaar. De leeftijdscategorieën blijven in verhouding in de verschillende landen. Als we kijken naar de populatie piramide zien we dat Syrië een jonge bevolkingsstructuur heeft. Dit vertaalt zich in een jonge vluchtelingenpopulatie. Er zijn dus meer dan 250.000 kindervluchtelingen. (bron: Statistieken UNHCR) Vele van deze kindervluchtelingen hebben de laatste 20 maanden hun thuis verloren, zijn getuigen geweest van of hebben geweld meegemaakt, hebben geen onderwijs genoten en hebben nu weinig ondersteuning voor de winter. Deze vluchtelingenkinderen zijn zich bewust van de problemen om hun heen en proberen hun familie en geliefden te ondersteunen en te beschermen. Zij dragen een juk dat ze anders niet zouden moeten dragen. Er zijn drie dingen waar de vluchtelingenkinderen vooral problemen mee hebben, dat is ten eerste het tekort aan stabiliteit omwille van de onzekerheid in hun sociale en fysieke omgeving. Ten tweede problemen op school omwille van de taalbarrière in Libanon en Turkije en de sociale uitsluiting op de scholen in die landen. Ten derde angst omwille van het feit dat ze gescheiden zijn van hun familie of moeten werken zodat hun familie kan overleven. ( bron: World Vision Lebanon)
“Raed, een tien jarige Syrische vluchteling, de winterse stormen en bliksems doe hem denken aan het geluid van bommen die rond hem ontploften in Syrië” Wat brengt 2013? Volgens UNHCR gaat het aantal vluchtelingen in de komende 6 maanden nog verdubbelen. De humanitaire respons is uiterst moeilijk omwille van sociale en politieke onrust in de buurlanden en de economische problemen. Men moet onderlijnen dat de buurlanden enorm gastvrij zijn naar de vluchtelingen toe en open grenzen blijven onderhouden. Het risico bestaat ook dat het Syrische conflict zich gaat verspreiden in de buurlanden. Omdat er geen politieke oplossing voor de crisis in zicht is betekent dit dat er massaal humane en financiële middelen moeten worden vrijgemaakt. Op 19 december werd er een collectieve oproep gelanceerd om 1 miljard dollar vrij te maken voor de eerste 6 maanden van 2013. Selon l’UNHCR, le Liban est le troisième pays du moyen orient à avoir plus de 100.000 réfugiés syriens. Le 22 octobre il y avait 101.283 réfugiés enregistrés ou en attente d’enregistrement sur le territoire Libanais. Cette dernière semaine 5500 réfugiés supplémentaires ont été enregistrés, ceci est moins que prévu à cause de la situation tendue au Liban. Plusieurs d’entre eux louent un appartement et survivent indépendamment. Si le conflit dure, plus de réfugiés seront obligés de se régulariser et de demander le soutiens du gouvernement Libanais, leurs économies étant épuisées. Beaucoup de réfugies ont des problèmes pour survivre avec le peu de moyens qui leurs reste. Actuellement il y a déjà 16.000 réfugiés qui doivent demander un soutien au gouvernement Libanais, aux ONG's et aux organisations internationales. Aujourd’hui à l’approche de l'hiver, les réfugiés ont vraiment besoin de plus d'aide humanitaire.
La situation dans les pays voisins La Turquie et la Jordanie sont les deux pays avec les plus grandes populations de réfugiés. Chacun en supporte plus de 100.000. D’autres pays avec des réfugies enregistrés sont l’Irak avec quelques 45.000 et l’Égypte avec quelques milliers, mais le gouvernement égyptien parle de plus de 150.000 non-enregistres. Le total est donc de 358.000, mais les gouvernements des pays voisins disent qu’ il y a plusieurs dizaines de milliers qui ne sont pas enregistrés. Accueil des réfugiés en Belgique. Le ministre des affaires étrangères Mr. Didier Reynders a proposé de réinstaller des réfugiés en Belgique. Mais Mr.Reynders a vite compris que les réfugiés n’en veulent pas. Dans les camps ils vivent au jour le jour et ils attendent le signal du possible retour au pays. Dans beaucoup de cas leur ville ou leur village n’est pas plus éloigné que de quelques dizaines de kilomètres du camp. Les rares réfugiés qui viennent en Belgique sont ceux dont les activités politiques sont devenues trop dangereuses dans les pays voisins et qui ont été contraints de quitter le moyen orient. En septembre il y avait 73 demandes d'asile en Belgique. Le total provisoire pour 2012 étant de 463. En ce moment il y a plus ou moins 13.000 demandes d'asile en Europe. Si le conflit dure il sera nécessaire de réinstaller des réfugies en occident. Steeds meer Syrische vluchtelingen willen terugkeren naar hun land. Volgens Anmar Hmoud, communicatie verantwoordelijke van de Jordaanse overheid, heeft het veiligheidspersoneel 92 Syrische vluchtelingen gerepatrieerd eind oktober. De groep bestaat voornamelijk uit alleenstaande mannen. Ze dienden een officieel verzoek in bij de Jordaanse overheid. Het aantal vluchtelingen die willen terugkeren naar hun land is fors gestegen. De laatste 2 maanden zijn er 5.000 aanvragen ingediend, gedurende heel het jaar waren het er 10 000 volgens overheidsbronnen. Het officiële verzoek wordt door het ministerie van binnenlandse zaken onderzocht. Het wordt verzoek per verzoek bekeken. Volgens veiligheidsbronnen, heeft Jordanië al 4000 vluchtelingen vrijwillig gerepatrieerd, het overgrote deel leefde in het Zatari Vluchtelingenkamp dicht bij de grensstad almafraq. Op zoek naar de oorzaak. Volgens UNHCR is het een normale ontwikkeling omdat vluchtelingen terug willen omwille van financiële redenen of geliefden die achterbleven in Syrië. Jordan Andrew Harper vertegenwoordiger van UNHCR vertelde aan de Jordan Times: “ In elke situatie met vluchtelingen zullen er mensen terug keren om hun bezittingen veilig te stellen, om werk te zoeken en om naasten te helpen die zijn achtergebleven. Soms kunnen ze het leven van een vluchteling niet aan, onze job is van hun dan veilig te repatriëren.” Mijn ervaring Toen ik op 18 september te gast was in het Zatari kamp, kreeg ik een heel ander verhaal van de mensen te horen. Is het wel een normale evolutie vraag ik mij af, aangezien de vluchtelingen vaak in opstand komen tegen hun situatie in het kamp. De vluchtelingen zijn heel dankbaar voor de veiligheid die de Jordaanse overheid hun geeft, maar ze klagen over het feit dat de levenskwaliteit zo laag is. Het eten en het water is gerantsoeneerd en vaak niet genoeg voor grote gezinnen, kinderen gaan slapen met honger omdat het niet genoeg is en omdat het niet aangepast is aan hun standaarden. Daarom koken sommige van de vluchtelingen hun eten zelf. Ze kopen dan hun eten bij winkeltjes die vaak zijn opgezet aan de ingang van het kamp. Vele van deze mensen zijn arm. De iets rijkere vluchtelingen huren zelf een appartement of een huis, maar hun spaarcenten geraken op. Tijdens de grote vakantie was er niet veel te doen in de kampen, jongeren kunnen nu wel naar school, maar de ouderen vullen hun dagen met sigaretten roken, thee drinken en de situatie in Syrië op te volgen. Het Zatari kamp ligt in de woestijn, bij de aanleg hebben ze een deel van de aardkorst weggegraven. Daaronder ligt los zand dat bij de minste wind een zand storm veroorzaakt. De oplossing daarvoor was van de bodem met stenen te bedekken, maar het los zand blijft een probleem. De vluchtelingen die het niet meer volhouden in het vluchtelingenkamp proberen te ontsnappen, maar om het kamp te verlaten moeten ze een officiële aanvraag indienen. Als ze toestemming hebben kunnen ze terug keren, maar vele willen naar Amman of naar andere landen om daar hun geluk op de proef te stellen en in de hoop om in een betere situatie terecht te komen. Als ze dan proberen te ontsnappen worden ze dan vaak hard handig aangepakt door de veiligheidsdiensten van het kamp. Conclusie UNHCR geeft zeker niet het volledige plaatje weer, de slechte levensomstandigheden van de vluchtelingen in het Zatari kamp zijn een significante drijfveer om terug te keren. Ondanks dat ze veiligheid hebben gevonden, is en blijft hun situatie ondragelijk. Er moet dus dringend meer internationale steun komen om de levenscondities van de vluchtelingen te verbeteren. |
Archives
January 2015
Categories
All
|