Op 3 september 2013 werd een mijlpaal bereikt, het miljoenste kind vluchtte uit Syrië. In totaal zijn er ongeveer 2 miljoen vluchtelingen buiten Syrië en dagelijks vluchten er 5000 Syriërs de grens over. Een jaar geleden kreeg ik de opdracht van UNHCR om een stuk te maken over hervestiging van Syrische vluchtelingen met als case studie het Za'atari vluchtelingenkamp. Het werd mij al snel duidelijk dat de vluchtelingen maar één ding willen en dat is terugkeren naar hun land. Dus vloeide er een fotoreportage uit voort met de nadruk op de Syrische vluchtelingen kinderen. Toen ik in Jordanië toekwam in september 2012 werd ik van het kastje naar de muur gestuurd om een toelating te krijgen om het vluchtelingenkamp te mogen betreden. Na 2 weken proberen kon ik eindelijk vertrekken op de voorlaatste dag van mijn reis. Ik vertrok uit de hoofdstad Amman naar de provincie el Mafraq in het Noord Oosten. Aangekomen in het Za'atari kamp waar ongeveer 30.000 vluchtelingen werden ondergebracht werd het mij als snel hoe indrukwekkend en immens het vluchtelingenkamp is. De hitte was onverdragelijk en op de belangrijkste boulevards tussen de tenten probeerden de vluchtelingen aan de kost te komen door brood te bakken, haar te knippen, chips en snoepjes te verkopen. Opeens hoorden ik een hels kabaal en een menigte van 300 jongeren op mij afkomen. Het waren jong volwassenen die juist het nieuws hadden ontvangen van een belangrijke overwinning van de rebellen op het regime, iedereen was aan het joelen en er was echt een feeststemming. Van onze gids moest ik al snel doorlopen en ik kwam terecht in een deel van het kamp waar de juist aangekomen vluchtelingen werden opgevangen. Ik begon alvast met het interviewen van mensen en foto's te nemen. We vroegen naar de verhalen van de mensen, naar wat ze hadden meegemaakt. Een jongen toonde mij een littekens van schotwonden op zijn arm. Hij was met een groep vrienden over straat aan het lopen toen hij werd aangevallen door de soldaten van het regime, hij was de enige van zijn vrienden die de aanslag overleefde. Tijdens het vertellen van zijn verhaal boden zijn ouders mij eten aan, eerst wou ik het niet aanvaarden omdat te mensen dat te mensen in dat vluchtelingenkamp te weinig te eten hebben. Maar daarna vertelden ze mij dat ze eigenlijk genoeg eten hebben, maar dat de Jordaanse keuken niet te eten valt. Bij het buitenkomen van de tent wordt ik aangeklampt door kinderen die willen dat ik een foto neem, je ziet in hun ogen dat ze een jeugdig enthousiasme kwijt zijn. Opnieuw word ik een tent ingetrokken door een man die ik herkende van een foto van in de "Jordanian Times". Hij schenkt thee in en begint te vertellen dat zijn jongste zoon juist begon te praten, hij zijn eerste woordjes zei, maar dat hij toen hij opgeschrokken werd door een bom die naast hun huis ontplofte en een deel van hun gevel vernietigde gestopt was met spreken. De vader vertelde mij dat zijn zoon nu al enkele weken niet meer spreekt. Het werd mij duidelijk dat kinderen de grootste slachtoffers zijn van deze crisis. Na verschillende interviews en foto's blies ik de aftocht, mijn de verhalen zouden nog lang door spoken in hoofd, zeker toen de winter kwam en de situatie in het vluchtelingenkamp schrijnend werd. Dit is het verhaal van veel kinderen in het Za'atari kamp, ze hebben last van angstaanvallen, voelen zich onzeker, tekenen oorlogstaferelen en verkleden zich als rebellen. Voor de kinderen is de situatie kritiek! Op dit moment zijn er zo'n 180 000 vluchtelingen in het Za'atari vluchtelingenkamp en is daarmee het tweede grootste vluchtelingenkamp ter wereld. Als je weet dat de maximale capaciteit 80 000 is, dan snap je welke catastrofe er zich zal voltrekken tijdens de winter in Jordanië.
0 Comments
Dat het water tussen Fernand Huts, CEO van de Katoen Natie, en Antwerps stadsbestuur diep is was al een tijdje duidelijk. Huts heeft zijn strijd vereeuwigd in een nieuw kunstwerk. Echter is officiële verklaring dat hij met dit kunstwerk wilt waken over de stad en de haven.
Huts zijn kunstwerk staat op de Singelberg gelegen waar de hoofdzetel van de Katoen Natie gelegen is. Huts had zo'n 200 gasten uit de havenwereld en de politiek uitgenodigd onder wie vader en zoon De Croo (Open VLD), minister Turtelboom (minister van Justitie, Open VLD) en Anwerps cultuurschepen Philippe Heylen (CD&V). Huts had de genodigden gevraagd om zich in het blauw te kleden. Ter plaatse kregen ze nog een blauwe helm en een blauwe stok. De gasten namen plaats op de tribune en kregen na een ander half uur wachten de blauwe houwitser te zien . Het is een creatie van het Rotterdamse Atelier van Lieshout. De boodschap De cultuurschepen Philippe Heylen: "Het blauw staat voor de vrede. En Neen Fernand, ik voel mij niet bedreigd. Trouwens, Huts is net als ik geboren in de Seefhoek. Hij gaat niet op zijn eigen stad schieten." beweerde Heylen. Daarna mocht Heylen het kunstwerk testen op zijn culturele waarde door losse flodders af te vuren. Waarna Heylen bevestigde dat het kunstwerk toch indruk maakt. Huts: "Dat is oorlogszuchtige taal! Een kunstwerk en een kanon mag je niet door elkaar halen" . Die vervolgens met uitgestreken gezicht uitlegt: " Zo heeft de donker blauwe houwitser een bereik van 12 kilometer en vormt de dierentuin van Antwerpen het doelwit. " De Huts-show Heylen onthult de naam: Jan Zonder Vrees. Aan het einde van de show beweerde Huts dat hij met zijn kunstwerk gaan politieke boodschap wilt overbrengen: " Kunst is kunst " Volgens Annemie Turtelboom is de boodschap duidelijk: " dit kanon is een manier om de politiek te teasen". Op 30 september demonstreerden de Haïtianen om de staatsgreep van 1991 van het leger (FAD'H) tegen Bertrand Aristide te herdenken, de toenmalige priester-president. Tijd voor de Lavalas (vertaald van het Creools 'de overstroming', verwijzende naar het Bijbelse verhaal van de Noë), de stoottroepen van Aristide, en een grasrootsbeweging die de armen een stem geeft om van zich te laten horen. Duizenden manifestanten kwamen op straat en sommigen gingen in gevecht met de ordetroepen. Martelly, president van Haïti, was 'not amused' en riposteerde met traangas. Volgens Henry Ronald, verantwoordelijke van een weeshuis in Waaf-Jérémy in Port-au-Prince (een sloppenwijk juist buiten Bel Air, bastion van de Lavalas), was Martelly één van de grote supporters van de staatsgreep. Martelly deed er tot nog toe alles aan om de Lavalas te criminaliseren, maar hun macht groeit. Het uitblijven van parlementaire en lokale verkiezingen zorgt voor onrust bij de sloppenwijkbewoners (de machtsbasis van de lavalas). Volgens Ronald is het nu al twee jaar dat deze uitblijven. Het spel van de Lavalas is nu om de politieke druk te verhogen. Volgens de Washington Post kan de Lavalas beweging van Aristide zelf een belangrijke concurrent van Martelly worden bij de verkiezingen De Lavalas eisten het vertrek van Martelly op basis van de recente aanklachten van corruptie, de autoritaire trekjes van Martelly en omwille van het uitblijven van verkiezingen. Dokter Joseph Molière, oud-minister onder de Lavalas-regering, vertelt tijdens de demonstratie aan Le Nouvelliste, een Haïtiaanse krant, dat hij demonstreert voor de bevrijding van het Haïtiaanse volk. Zolang de verkiezingen uitblijven zal het turbulent blijven in Port-au-Prince. Eén ding staat vast, de Lavalas hebben met succes de politieke onvrede kunnen kanaliseren. Het is dan ook de eerste keer sinds jaren dat de Lavalas hier in slaagde op de betoging van 30 september. Wat is de toekomst van de fotojournalistiek? Zeker als men bedenkt dat tegenwoordig een aanzienlijk aantal mensen in de wereld over een smartphone beschikt waarmee ze beelden delen met een groot publiek. Voor de krant de 'Chicago Sun Times' was het duidelijk, voltijdse fotojournalisten zijn niet langer nodig. Er is een tijd aangebroken waarin iedereen fotograaf is, met als gevolg dat de krant hun volledige fotostaf wou ontslaan. Volgens de adepten van een wereld zonder fotojournalisten is een beeld niet meer waard dan een gesproken woord. De tijd van de metafotografen is volgens deze adepten aangebroken. Zij snuffelen door miljoenen foto's op zoek naar een betekenisvol én gratis beeld. Volgens de statistieken zijn er in 2011 10% van alle foto's ooit getrokken. Op facebook worden er iedere maand driehonderd miljoen foto's geüpload, waarvan 47% originelen. Hoe kunnen fotojournalisten dan wel deze nieuwe vormen van communicatie gebruiken om hun foto's aan de man te brengen? Eerst en vooral heeft een fotojournalist een publiek nodig, daar hadden vroeger de traditionele media een monopolie op. Tegenwoordig kunnen fotojournalisten zich profileren op gratis nieuwssites en op die manier naam maken. Zonder twijfel zijn facebook en twitter ook interessante communicatiemiddelen, daar kun je op je pagina een groep van volgers opbouwen en die laten werken als een community die automatisch reclame maakt voor je werk. Het is belangrijk dat die pagina's op sociale netwerksite's voldoende worden onderhouden, zodat er altijd iets te beleven valt. Hoe groter je community en de kwaliteit van de foto's, hoe groter de kans is dat opdrachtgevers aan je denken voor het maken van fotoreportages, en vergeet zeker niet je netwerk te onderhouden in je niche. |
Archives
January 2015
Categories
All
|