Selon l’UNHCR, le Liban est le troisième pays du moyen orient à avoir plus de 100.000 réfugiés syriens. Le 22 octobre il y avait 101.283 réfugiés enregistrés ou en attente d’enregistrement sur le territoire Libanais. Cette dernière semaine 5500 réfugiés supplémentaires ont été enregistrés, ceci est moins que prévu à cause de la situation tendue au Liban. Plusieurs d’entre eux louent un appartement et survivent indépendamment. Si le conflit dure, plus de réfugiés seront obligés de se régulariser et de demander le soutiens du gouvernement Libanais, leurs économies étant épuisées. Beaucoup de réfugies ont des problèmes pour survivre avec le peu de moyens qui leurs reste. Actuellement il y a déjà 16.000 réfugiés qui doivent demander un soutien au gouvernement Libanais, aux ONG's et aux organisations internationales. Aujourd’hui à l’approche de l'hiver, les réfugiés ont vraiment besoin de plus d'aide humanitaire.
La situation dans les pays voisins La Turquie et la Jordanie sont les deux pays avec les plus grandes populations de réfugiés. Chacun en supporte plus de 100.000. D’autres pays avec des réfugies enregistrés sont l’Irak avec quelques 45.000 et l’Égypte avec quelques milliers, mais le gouvernement égyptien parle de plus de 150.000 non-enregistres. Le total est donc de 358.000, mais les gouvernements des pays voisins disent qu’ il y a plusieurs dizaines de milliers qui ne sont pas enregistrés. Accueil des réfugiés en Belgique. Le ministre des affaires étrangères Mr. Didier Reynders a proposé de réinstaller des réfugiés en Belgique. Mais Mr.Reynders a vite compris que les réfugiés n’en veulent pas. Dans les camps ils vivent au jour le jour et ils attendent le signal du possible retour au pays. Dans beaucoup de cas leur ville ou leur village n’est pas plus éloigné que de quelques dizaines de kilomètres du camp. Les rares réfugiés qui viennent en Belgique sont ceux dont les activités politiques sont devenues trop dangereuses dans les pays voisins et qui ont été contraints de quitter le moyen orient. En septembre il y avait 73 demandes d'asile en Belgique. Le total provisoire pour 2012 étant de 463. En ce moment il y a plus ou moins 13.000 demandes d'asile en Europe. Si le conflit dure il sera nécessaire de réinstaller des réfugies en occident.
0 Comments
Steeds meer Syrische vluchtelingen willen terugkeren naar hun land. Volgens Anmar Hmoud, communicatie verantwoordelijke van de Jordaanse overheid, heeft het veiligheidspersoneel 92 Syrische vluchtelingen gerepatrieerd eind oktober. De groep bestaat voornamelijk uit alleenstaande mannen. Ze dienden een officieel verzoek in bij de Jordaanse overheid. Het aantal vluchtelingen die willen terugkeren naar hun land is fors gestegen. De laatste 2 maanden zijn er 5.000 aanvragen ingediend, gedurende heel het jaar waren het er 10 000 volgens overheidsbronnen. Het officiële verzoek wordt door het ministerie van binnenlandse zaken onderzocht. Het wordt verzoek per verzoek bekeken. Volgens veiligheidsbronnen, heeft Jordanië al 4000 vluchtelingen vrijwillig gerepatrieerd, het overgrote deel leefde in het Zatari Vluchtelingenkamp dicht bij de grensstad almafraq. Op zoek naar de oorzaak. Volgens UNHCR is het een normale ontwikkeling omdat vluchtelingen terug willen omwille van financiële redenen of geliefden die achterbleven in Syrië. Jordan Andrew Harper vertegenwoordiger van UNHCR vertelde aan de Jordan Times: “ In elke situatie met vluchtelingen zullen er mensen terug keren om hun bezittingen veilig te stellen, om werk te zoeken en om naasten te helpen die zijn achtergebleven. Soms kunnen ze het leven van een vluchteling niet aan, onze job is van hun dan veilig te repatriëren.” Mijn ervaring Toen ik op 18 september te gast was in het Zatari kamp, kreeg ik een heel ander verhaal van de mensen te horen. Is het wel een normale evolutie vraag ik mij af, aangezien de vluchtelingen vaak in opstand komen tegen hun situatie in het kamp. De vluchtelingen zijn heel dankbaar voor de veiligheid die de Jordaanse overheid hun geeft, maar ze klagen over het feit dat de levenskwaliteit zo laag is. Het eten en het water is gerantsoeneerd en vaak niet genoeg voor grote gezinnen, kinderen gaan slapen met honger omdat het niet genoeg is en omdat het niet aangepast is aan hun standaarden. Daarom koken sommige van de vluchtelingen hun eten zelf. Ze kopen dan hun eten bij winkeltjes die vaak zijn opgezet aan de ingang van het kamp. Vele van deze mensen zijn arm. De iets rijkere vluchtelingen huren zelf een appartement of een huis, maar hun spaarcenten geraken op. Tijdens de grote vakantie was er niet veel te doen in de kampen, jongeren kunnen nu wel naar school, maar de ouderen vullen hun dagen met sigaretten roken, thee drinken en de situatie in Syrië op te volgen. Het Zatari kamp ligt in de woestijn, bij de aanleg hebben ze een deel van de aardkorst weggegraven. Daaronder ligt los zand dat bij de minste wind een zand storm veroorzaakt. De oplossing daarvoor was van de bodem met stenen te bedekken, maar het los zand blijft een probleem. De vluchtelingen die het niet meer volhouden in het vluchtelingenkamp proberen te ontsnappen, maar om het kamp te verlaten moeten ze een officiële aanvraag indienen. Als ze toestemming hebben kunnen ze terug keren, maar vele willen naar Amman of naar andere landen om daar hun geluk op de proef te stellen en in de hoop om in een betere situatie terecht te komen. Als ze dan proberen te ontsnappen worden ze dan vaak hard handig aangepakt door de veiligheidsdiensten van het kamp. Conclusie UNHCR geeft zeker niet het volledige plaatje weer, de slechte levensomstandigheden van de vluchtelingen in het Zatari kamp zijn een significante drijfveer om terug te keren. Ondanks dat ze veiligheid hebben gevonden, is en blijft hun situatie ondragelijk. Er moet dus dringend meer internationale steun komen om de levenscondities van de vluchtelingen te verbeteren. Na de aardbeving in Haïti zijn ongeveer 15.000 Haïtianen naar Latijns-Amerika gemigreerd, 6.000 naar Brazilië, 2000 naar Ecuador en Chili en 1000 naar Mexico. De Haïtianen verkiezen Latijns-Amerika omwille van haar relatief open grenzen in vergelijking met de VS en de prijs van de reis naar de VS is ongeveer even duur als naar Latijns-Amerika. De Latijns-Amerikaanse landen verwelkomden de Haïtiaanse diaspora omwille van humanitaire redenen na de aardbeving, maar tegenwoordig wordt het beleid steeds restrictiever. De Haïtianen beginnen hun reis in Port-au-Prince, daar nemen ze de bus naar Santo Domingo, hoofdstad van de Dominicaanse Republiek. Ze nemen in Santo Domingo een vliegtuig naar Lima en trekken van daar te voet voor 5 tot 6u door de vlaktes van het binnenland. Daar nemen ze de bus naar Iquitos, om dan een gevaarlijke boottocht te ondernemen van het grensdorp Santa Rosa naar Tabatinga in Brazilië. Ze worden begeleid door "coyotes" of "gidsen" van Haïtiaanse origine, die duizenden dollars verdienen met de mensensmokkel. De relatief open grens tussen Peru en Brazilië is het ideale werkterrein van de mensensmokkelaars. De Haïtianen gaan dan meestal aan de slag in de illegale hout en mijnbouw industrieën, vaak worden ze verkocht door de mensensmokkelaars. In februari 2012 gaf de Braziliaanse overheid 520 000 dollar uit om in de grens staten van Acre en Amazonia om de illegale Haïtianen aan een visa te helpen en hun legaal aan het werk te krijgen voor een periode van 5 jaar. Omslag in het beleid In augustus waren er 105 immigranten die maanden in het Peruviaanse dorp Iñapari, op de grens met Brazilië en Bolivië, vast zaten. Hun situatie was dramatisch, enkele van hen gingen in honger staking. De oorzaak was dat Brazilië haar grens dicht hield, op de koop toe hadden ze geen humanitaire assistentie in Peru. In Augustus zaten er 210 Haïtianen vast in Brasileia dicht bij de grens met Peru en Bolivia. Zij waren aan het wachten op de legalisering van hun verblijfsdocumenten. De locale overheid begon met humanitaire assistentie voor de immigranten die vaak gehydrateerd en hongerig aankwamen na een tocht van enkele dagen in het Boliviaanse Amazone woud. Zij werden op 18 september geregulariseerd. Op dit moment wil de locale overheid van Brasileia geen humanitaire assistentie leveren aan de Haïtianen omdat Brasileia geen geld meer heeft. Ze ging hiervoor naar de centrale overheid, maar die twijfelde nog over het te volgen beleid. Ofwel zou ze hun verblijf legaliseren ofwel hun terug sturen naar Haïti of gewoon de grens over Peru in. Deze tendens is te voelen in heel Latijns-Amerika, meer een meer wordt er overwogen om de Haïtianen te deporteren. Na de aardbeving was er een moratorium ingesteld op het terugsturen van de migranten uit humanitaire overwegingen, maar ondertussen is het beleid veranderd en is de repatriëring terug in beeld gekomen. Volgens Antonio Patriota, minister voor buitenlandse zaken in Brazilië, is de oorzaak hiervoor dat de Braziliaanse overheid de georganiseerde misdaad (mensensmokkel) wil bestrijden die de immigranten exploiteert. |
Archives
January 2015
Categories
All
|