De voorbije jaren kregen maar 1200 Haïtianen per jaar een een visum om te wonen en werken in Brazilië. Volgens officiële cijfers zijn er zowat 15.000 Haïtianen in Brazilië. Een groot deel van hun hebben hun leven in gevaar gebracht om met mensensmokkelaars de tocht te wagen. Lamothe op bezoek in Brazilië
Van 20 tot 25 mei was de eerste minister van Haïti Lamothe op bezoek in Brazilië om economische, sociale en energetische relaties tussen de Brazilië en Haïti te bespreken. Tijdens de ontmoeting met de minister van buitenlandse zaken Antonio Patriota stond op de agenda de ongerustheid van Patriota in verband met de illegale immigratie van Haïtianen naar Brazilië. Op Braziliaanse grond had Lamothe een ontmoeting met Haïtiaanse emigranten, ze vertelden over hun moeilijke situatie in Brazilië, het werd dus duidelijke voor beide staatsmannen dat er dringend voor een oplossing gezorgd moest worden. Eindelijk een oplossing In onderlinge afspraak werd afgesproken dat de Haïtiaanse overheid alles gaat doen om de bevolking te sensibiliseren in verband met de illegale immigratie in samenwerking met de Braziliaanse Ambassade in Haïti. De Braziliaanse overheid heeft van zijn kant de visa restricties opgezegd voor de Haïtianen en het zal zoveel mogelijk visums aanvaarden als de ambassade de capaciteit heeft. De capaciteit is voorlopig 300 per maand. Het enige dat de Haïtianen zullen nodig moeten hebben om een visum te krijgen is een attest van goed gedrag en zeden, een curriculum vitae en een identiteitskaart. Conclusie Deze maatregel komt zeer onverwacht omdat het beleid van Brazilië een jaar geleden loodrecht stond op het actuele. Toen werd er nog gesproken over repatriëring en sluiten van grenzen voor de illegale immigratie. Nu is echter voor een humane oplossing gekozen. Dit strook met het menslijke buitenlandse beleid dat Brazilië wilt voeren om zo een zitje te krijgen in de VN-veiligheidsraad.
0 Comments
De VN-vluchtelingenorganisatie (UNHCR) spoort de Belgische regering aan actie te ondernemen om een einde te maken aan de situatie van staatlozen in België. Op 5 februari 2013 kwam het rapport “Mapping Staatloosheid in België” uit.
Wereldwijd zijn er naar schatting zo’n 12 miljoen staatlozen. Zij hebben geen nationaliteit en worden in geen enkel land als burger erkend. Op papier bestaan zij niet. Het is moeilijk een accurate schatting te geven van het aantal staatlozen in België. Vandaag de dag zijn er iets minder dan 700 staatloze personen geregistreerd in België. Elk jaar vragen ongeveer 100 mensen erkenning als staatloze. Het rapport toont verder aan dat staatlozen in België vaak dezelfde origines hebben: bijna twee derde van hen werd geboren in Europa, meer bepaald in de voormalige Sovjet-Unie, het voormalige Joegoslavië, Duitsland en Roemenië. Ook komt een aanzienlijk aantal staatlozen woonachtig in België uit het Midden-Oosten en Azië. In België zijn er sinds het begin van de jaren 2000 zijn er meer vrouwen onder de staatlozen en daalt hun leeftijd. De legaal in het land verblijvende staatlozen blijven echter voor het merendeel mannen (61% in 2010) in de actieve leeftijd (75% was tussen 20 en 60 jaar oud) Er zijn vele oorzaken voor staatloosheid, deze zijn vaak geworteld in juridische kwesties, maar de gevolgen op menselijk vlak zijn dramatisch. Omdat staatlozen technisch gezien geen burger zijn van een land, worden hen basisrechten ontzegd en hebben zij in vele landen geen toegang tot werk, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg. Zij kunnen geen eigen bankrekening openen, eigendom bezitten, wettig trouwen of de geboorte van hun kind laten registreren. Eerder dit jaar kondigde de Belgische regering aan het Verdrag van 1961 tot Beperking van Staatloosheid te bekrachtigen tegen juni 2013. Hiermee geeft België een positief voorbeeld voor het nog te grote aantal landen waar nationaliteitswetgevingen met betrekking tot staatloosheid in gebreke blijven. België kondigde ook aan de procedure voor erkenning van staatloosheid te herzien. “Dit zijn enorme stappen om staatloosheid uit te roeien”, zegt Paolo Artini, Adjunct Regionaal Vertegenwoordiger voor UNHCR in West-Europa. “We hopen dat dit het begin is van een constructieve dialoog die leidt tot een betere bescherming van staatlozen.” Eén van de staatlozen die geïnterviewd werd voor het rapport Mapping Staatloosheid in België stelt het als volgt: “Ik wil erkend worden als mens. Op dit moment kan ik niets doen. Ik heb geen enkel recht.” Het gebrek aan een nationaliteit leidt vaak tot discriminatie, marginalisatie en zelfs blootstelling aan arrestatie en langdurige hechtenis. Sommige geïnterviewde staatlozen vertrouwden toe dat de ontzegging van hun identiteit in combinatie met de wrede ervaringen zelfs hun mentale gezondheid hebben aangetast. In de vele interviews met staatloze personen voor het rapport Mapping Staatloosheid in België, dook één gemeenschappelijk thema meermaals op: het gevoel van verspilling. Verspilling van tijd in pogingen om hun staatloosheid te bewijzen, verspilling van energie wegens het leven in de illegaliteit, verspilling van een mensenleven. “België heeft de mogelijkheid en de plicht om deze mensen te helpen”, besluit Artini. “Leven in limbo is een bijzonder pijnlijke ervaring voor staatloze mensen. UNHCR is bereid de overheid bij te staan en te ondersteunen bij het wegwerken van deze anomalie met de geschikte politieke en juridische actie.” Bekijk het het rapport van UNHCR: http://www.unhcr.be/fileadmin/user_upload/pdf_documents/UNHCR-Statelessness_in_Belgium-Full_Report.pdf Selon l’UNHCR, le Liban est le troisième pays du moyen orient à avoir plus de 100.000 réfugiés syriens. Le 22 octobre il y avait 101.283 réfugiés enregistrés ou en attente d’enregistrement sur le territoire Libanais. Cette dernière semaine 5500 réfugiés supplémentaires ont été enregistrés, ceci est moins que prévu à cause de la situation tendue au Liban. Plusieurs d’entre eux louent un appartement et survivent indépendamment. Si le conflit dure, plus de réfugiés seront obligés de se régulariser et de demander le soutiens du gouvernement Libanais, leurs économies étant épuisées. Beaucoup de réfugies ont des problèmes pour survivre avec le peu de moyens qui leurs reste. Actuellement il y a déjà 16.000 réfugiés qui doivent demander un soutien au gouvernement Libanais, aux ONG's et aux organisations internationales. Aujourd’hui à l’approche de l'hiver, les réfugiés ont vraiment besoin de plus d'aide humanitaire.
La situation dans les pays voisins La Turquie et la Jordanie sont les deux pays avec les plus grandes populations de réfugiés. Chacun en supporte plus de 100.000. D’autres pays avec des réfugies enregistrés sont l’Irak avec quelques 45.000 et l’Égypte avec quelques milliers, mais le gouvernement égyptien parle de plus de 150.000 non-enregistres. Le total est donc de 358.000, mais les gouvernements des pays voisins disent qu’ il y a plusieurs dizaines de milliers qui ne sont pas enregistrés. Accueil des réfugiés en Belgique. Le ministre des affaires étrangères Mr. Didier Reynders a proposé de réinstaller des réfugiés en Belgique. Mais Mr.Reynders a vite compris que les réfugiés n’en veulent pas. Dans les camps ils vivent au jour le jour et ils attendent le signal du possible retour au pays. Dans beaucoup de cas leur ville ou leur village n’est pas plus éloigné que de quelques dizaines de kilomètres du camp. Les rares réfugiés qui viennent en Belgique sont ceux dont les activités politiques sont devenues trop dangereuses dans les pays voisins et qui ont été contraints de quitter le moyen orient. En septembre il y avait 73 demandes d'asile en Belgique. Le total provisoire pour 2012 étant de 463. En ce moment il y a plus ou moins 13.000 demandes d'asile en Europe. Si le conflit dure il sera nécessaire de réinstaller des réfugies en occident. Na de aardbeving in Haïti zijn ongeveer 15.000 Haïtianen naar Latijns-Amerika gemigreerd, 6.000 naar Brazilië, 2000 naar Ecuador en Chili en 1000 naar Mexico. De Haïtianen verkiezen Latijns-Amerika omwille van haar relatief open grenzen in vergelijking met de VS en de prijs van de reis naar de VS is ongeveer even duur als naar Latijns-Amerika. De Latijns-Amerikaanse landen verwelkomden de Haïtiaanse diaspora omwille van humanitaire redenen na de aardbeving, maar tegenwoordig wordt het beleid steeds restrictiever. De Haïtianen beginnen hun reis in Port-au-Prince, daar nemen ze de bus naar Santo Domingo, hoofdstad van de Dominicaanse Republiek. Ze nemen in Santo Domingo een vliegtuig naar Lima en trekken van daar te voet voor 5 tot 6u door de vlaktes van het binnenland. Daar nemen ze de bus naar Iquitos, om dan een gevaarlijke boottocht te ondernemen van het grensdorp Santa Rosa naar Tabatinga in Brazilië. Ze worden begeleid door "coyotes" of "gidsen" van Haïtiaanse origine, die duizenden dollars verdienen met de mensensmokkel. De relatief open grens tussen Peru en Brazilië is het ideale werkterrein van de mensensmokkelaars. De Haïtianen gaan dan meestal aan de slag in de illegale hout en mijnbouw industrieën, vaak worden ze verkocht door de mensensmokkelaars. In februari 2012 gaf de Braziliaanse overheid 520 000 dollar uit om in de grens staten van Acre en Amazonia om de illegale Haïtianen aan een visa te helpen en hun legaal aan het werk te krijgen voor een periode van 5 jaar. Omslag in het beleid In augustus waren er 105 immigranten die maanden in het Peruviaanse dorp Iñapari, op de grens met Brazilië en Bolivië, vast zaten. Hun situatie was dramatisch, enkele van hen gingen in honger staking. De oorzaak was dat Brazilië haar grens dicht hield, op de koop toe hadden ze geen humanitaire assistentie in Peru. In Augustus zaten er 210 Haïtianen vast in Brasileia dicht bij de grens met Peru en Bolivia. Zij waren aan het wachten op de legalisering van hun verblijfsdocumenten. De locale overheid begon met humanitaire assistentie voor de immigranten die vaak gehydrateerd en hongerig aankwamen na een tocht van enkele dagen in het Boliviaanse Amazone woud. Zij werden op 18 september geregulariseerd. Op dit moment wil de locale overheid van Brasileia geen humanitaire assistentie leveren aan de Haïtianen omdat Brasileia geen geld meer heeft. Ze ging hiervoor naar de centrale overheid, maar die twijfelde nog over het te volgen beleid. Ofwel zou ze hun verblijf legaliseren ofwel hun terug sturen naar Haïti of gewoon de grens over Peru in. Deze tendens is te voelen in heel Latijns-Amerika, meer een meer wordt er overwogen om de Haïtianen te deporteren. Na de aardbeving was er een moratorium ingesteld op het terugsturen van de migranten uit humanitaire overwegingen, maar ondertussen is het beleid veranderd en is de repatriëring terug in beeld gekomen. Volgens Antonio Patriota, minister voor buitenlandse zaken in Brazilië, is de oorzaak hiervoor dat de Braziliaanse overheid de georganiseerde misdaad (mensensmokkel) wil bestrijden die de immigranten exploiteert. |
Archives
January 2015
Categories
All
|