Op 30 september demonstreerden de Haïtianen om de staatsgreep van 1991 van het leger (FAD'H) tegen Bertrand Aristide te herdenken, de toenmalige priester-president. Tijd voor de Lavalas (vertaald van het Creools 'de overstroming', verwijzende naar het Bijbelse verhaal van de Noë), de stoottroepen van Aristide, en een grasrootsbeweging die de armen een stem geeft om van zich te laten horen. Duizenden manifestanten kwamen op straat en sommigen gingen in gevecht met de ordetroepen. Martelly, president van Haïti, was 'not amused' en riposteerde met traangas. Volgens Henry Ronald, verantwoordelijke van een weeshuis in Waaf-Jérémy in Port-au-Prince (een sloppenwijk juist buiten Bel Air, bastion van de Lavalas), was Martelly één van de grote supporters van de staatsgreep. Martelly deed er tot nog toe alles aan om de Lavalas te criminaliseren, maar hun macht groeit. Het uitblijven van parlementaire en lokale verkiezingen zorgt voor onrust bij de sloppenwijkbewoners (de machtsbasis van de lavalas). Volgens Ronald is het nu al twee jaar dat deze uitblijven. Het spel van de Lavalas is nu om de politieke druk te verhogen. Volgens de Washington Post kan de Lavalas beweging van Aristide zelf een belangrijke concurrent van Martelly worden bij de verkiezingen De Lavalas eisten het vertrek van Martelly op basis van de recente aanklachten van corruptie, de autoritaire trekjes van Martelly en omwille van het uitblijven van verkiezingen. Dokter Joseph Molière, oud-minister onder de Lavalas-regering, vertelt tijdens de demonstratie aan Le Nouvelliste, een Haïtiaanse krant, dat hij demonstreert voor de bevrijding van het Haïtiaanse volk. Zolang de verkiezingen uitblijven zal het turbulent blijven in Port-au-Prince. Eén ding staat vast, de Lavalas hebben met succes de politieke onvrede kunnen kanaliseren. Het is dan ook de eerste keer sinds jaren dat de Lavalas hier in slaagde op de betoging van 30 september.
0 Comments
De voorbije jaren kregen maar 1200 Haïtianen per jaar een een visum om te wonen en werken in Brazilië. Volgens officiële cijfers zijn er zowat 15.000 Haïtianen in Brazilië. Een groot deel van hun hebben hun leven in gevaar gebracht om met mensensmokkelaars de tocht te wagen. Lamothe op bezoek in Brazilië
Van 20 tot 25 mei was de eerste minister van Haïti Lamothe op bezoek in Brazilië om economische, sociale en energetische relaties tussen de Brazilië en Haïti te bespreken. Tijdens de ontmoeting met de minister van buitenlandse zaken Antonio Patriota stond op de agenda de ongerustheid van Patriota in verband met de illegale immigratie van Haïtianen naar Brazilië. Op Braziliaanse grond had Lamothe een ontmoeting met Haïtiaanse emigranten, ze vertelden over hun moeilijke situatie in Brazilië, het werd dus duidelijke voor beide staatsmannen dat er dringend voor een oplossing gezorgd moest worden. Eindelijk een oplossing In onderlinge afspraak werd afgesproken dat de Haïtiaanse overheid alles gaat doen om de bevolking te sensibiliseren in verband met de illegale immigratie in samenwerking met de Braziliaanse Ambassade in Haïti. De Braziliaanse overheid heeft van zijn kant de visa restricties opgezegd voor de Haïtianen en het zal zoveel mogelijk visums aanvaarden als de ambassade de capaciteit heeft. De capaciteit is voorlopig 300 per maand. Het enige dat de Haïtianen zullen nodig moeten hebben om een visum te krijgen is een attest van goed gedrag en zeden, een curriculum vitae en een identiteitskaart. Conclusie Deze maatregel komt zeer onverwacht omdat het beleid van Brazilië een jaar geleden loodrecht stond op het actuele. Toen werd er nog gesproken over repatriëring en sluiten van grenzen voor de illegale immigratie. Nu is echter voor een humane oplossing gekozen. Dit strook met het menslijke buitenlandse beleid dat Brazilië wilt voeren om zo een zitje te krijgen in de VN-veiligheidsraad. Op 12 januari is het 3 jaar geleden dat een hevige aardbeving een ongeziene vernieling aanrichtte in de hoofdstad van Haïti en de omliggende gebieden. Haïti was al een gehavend land, met enorm veel armoede en een slechte infrastructuur. Daarbij kwam nog eens de aardbeving die een onbeschrijfelijke tol eiste op menselijk en economisch vlak. Enkele cijfers Tot op de dag van vandaag is het nog niet duidelijk hoeveel mensen zijn omgekomen. The International Organization of Migration, IOM, spreekt van 200.000 mensen. Daarbij kwam nog eens dat 2,3 miljoen mensen hun huis verloren. Nooit eerder heeft een natuurlijke ramp zo veel kommer en kwel gezaaid in een hoofdstad als toen. De gevolgen waren ook ver buiten de hoofdstad te voelen. Er zijn tijdens de aardbeving 105.000 huizen vernietigd en 208.000 ernstig beschadigd. 360.000 mensen (90.415 families) leefden in november nog in 496 kampen, waarvan er 52% vrouwen zijn. Zo'n 60.978 mensen werden uit hun tenten gezet gezet in 152 kampen en nog 21% van de kampbewoners zijn bedreigd door dezelfde maatregel. 72.038 mensen in 264 van de 541 kampen hebben geen toegang tot proper water en toiletten in de kampen. Haïti is het meest ongelijke (gini van 0.592) land van het Amerikaanse continent, 56% van de huishoudens leven met minder dan 1 dollar per dag en 77% met minder dan 2 dollar. De humanitaire crisis nog steeds niet afgelopen Op dit moment zijn er volgens Oxfam 1 miljoen Haïtianen hulpbehoevend. 500.000 mensen leven nog in voedselonzekerheid en 73.500 kinderen onder 5 jaar zijn ondervoed. Voor de tweede maal is er een slechte oogst in het vooruitzicht omwille van de droogte in het begin van het seizoen en de overstromingen veroorzaakt door de orkaan Sandy in november. Volgens Wendy Huyghe van de organisatie Handicap International is de hoogste prioriteit nu de voedselzekerheid voor de komende maanden. Het gezondheidssysteem ligt nog steeds in puin. AZG heeft haar grootste operatie ooit gehouden na de aardbeving, omdat geen enkele gezondheidsvoorziening nog functioneerde. Sindsdien heeft AZG tienduizenden Haïtianen gratis bijgestaan. Vooralsnog lijkt het onmogelijk om de door AZG opgestarte hospitalen over te dragen aan de Haïtiaanse overheid. Volgens het hoofd van de AZG-missie in Haïti heeft dit te maken met het trage verloop van het transitieproces, de zwakheid van de Haïtiaanse instituties, het niet houden van beloften door de donoren en het niet stellen van prioriteiten door de internationale gemeenschap en Haïtiaanse overheid. Nog steeds veel mensen zonder onderdak De toestand van de ongeveer 360.000 Haïtianen die nog in tenten leven, is catastrofaal en wordt met de dag slechter: zo is er geen toegang tot toiletten, water en afvalophaling. Amnesty International heeft druk uitgeoefend op de internationale gemeenschap en de Haïtiaanse overheid om aan het onderdakprobleem prioriteit te verlenen, om de verspreiding van infectieziektes zoals cholera tegen te gaan. In de tentenkampen zijn vrouwen kwetsbaar voor verkrachtingen. Daarbij komt nog eens dat de kampbewoners het risico lopen om uit hun tenten te worden gezet, weliswaar tegen een vergoeding, omdat de kampen gelegen zijn op privé-gronden. Veel mensen die de vergoeding hebben gekregen, zijn bezorgd over wat gaat gebeuren als hun geld op is. De bewoners van de kampen eisen van de overheid dat ze voor hen moderne woningen bouwt. Ze krijgen als antwoord dat ze geduld moeten hebben, dat de situatie gecompliceerd is en dat er inspanningen gedaan worden. Ondertussen blijft het verder behelpen. Bron: Relief Web, Amnesty International, IOM, Oxfam, Doctors Without Borders, Vlaams Haïti Overleg Na de aardbeving in Haïti zijn ongeveer 6.000 Haïtianen naar Brazilië geëmigreerd. De Haïtianen verkiezen Brazilië omwille van haar relatief open grenzen in vergelijking met de VS en de prijs van de reis naar Brazilië is maar ongeveer even duur als naar de VS.
Brazilië verwelkomde de illegale Haïtiaanse diaspora na de aardbeving.omwille van humanitaire redenen De minister van Justitie, Cardozo, vertelde dat elke vluchteling recht heeft op politiek asiel. Er is sprake van een echte emigratiegolf naar Brazilië, in de Braziliaanse kranten spreken ze over de grootste toevloed van immigranten sinds die van de Japanners en van de Italianen. Er heeft zich reeds een echte gemeenschap gevormd. Snel werd echter duidelijk dat mensensmokkelaars betrokken waren bij de immigratie die het lot van vele Haïtianen bezegelde. Daarom is op dit moment de houding van de Braziliaanse overheid gekanteld naar een meer restrictief beleid om de mensensmokkel tegen te gaan. Brazilië het beloofde land De Haïtianen beginnen hun reis naar Brazilië in Port-au-Prince, daar nemen ze de bus naar Santo Domingo, de hoofdstad van de Dominicaanse Republiek. In Santo Domingo nemen ze een vliegtuig naar Lima. Daar nemen ze dan de bus naar Iquitos, om vervolgens een gevaarlijke boottocht te ondernemen van Iquitos naar Tabatinga in Brazilië. Ze worden begeleid door “coyotes” of “gidsen” van Haïtiaanse origine, die duizenden dollars verdienen met de mensensmokkel. De relatief open grens tussen Peru en Brazilië is het ideale werkterrein van de mensensmokkelaars. De Haïtianen gaan dan meestal aan de slag in de illegale hout- en mijnbouwindustrieën. In februari 2012 stelde de Braziliaanse overheid 520 000 dollar ter beschikking over een periode van 5 jaar om in de grensstaten van Acre en Amazonia de illegale Haïtianen aan een visum te helpen en hen aldus legaal aan het werk te krijgen. Volgens Robert Montinard van Viva Rio, gespecialiseerd in dit thema en zelf Haïtiaanse immigrant in Brazilië, is de immigratie via Peru maar het topje van de ijsberg. Hij zegt dat de migranten al in de buurlanden van Brazilië woonden en dan naar Brazilië zijn vertrokken omwille van de economische bloei in Brazilië. Ze werken aan de stadia voor het WK voetbal en de Olympische Spelen. De Haïtianen gaan op zoek naar een beter leven, maar velen van hen zijn ontevreden over de arbeidsvoorwaarden. Hun loon en levenssituatie is niet echt wat ze zich hadden voorgesteld. Grenzen gesloten In augustus zaten 105 immigranten al maanden vast in het Peruviaanse dorp Iñapari, op de grens met Brazilië en Bolivia. Hun situatie was dramatisch en enkelen van hen gingen in hongerstaking. De oorzaak was dat Brazilië haar grens dicht hield voor de immigranten, en ze kregen geen humanitaire assistentie in Peru. Lokale instanties kunnen de toevloed niet meer aan Verder nog in augustus zaten er 210 Haïtianen vast in Brasileia dicht bij de grens met Peru en Bolivia. Zij waren aan het wachten op de legalisering van hun verblijfsdocumenten. De lokale overheid begon met humanitaire assistentie voor de kandidaat-immigranten die gedehydreerd en hongerig aankwamen na een tocht van enkele dagen in het Boliviaanse Amazonewoud. Zij werden op 18 september geregulariseerd. Op dit moment wil de lokale overheid van Brasileia geen humanitaire assistentie leveren aan de Haïtianen omdat Brasileia geen geld meer heeft. Nu leven de Haïtianen er op straat en kunnen ze moeilijk aan eten geraken. De lokale overheid van Brasileia ging hiervoor naar de centrale overheid, maar die twijfelde nog over het te volgen beleid. De beleidskeuzes waren: ofwel hun verblijf legaliseren of hen terugsturen naar Haïti of Peru. Repatriëring komt in beeld Deze tendens is te voelen in heel Latijns-Amerika, meer en meer wordt er overwogen om de Haïtianen te repatriëren. Na de aardbeving was er een moratorium ingesteld op het terugsturen van de migranten uit humanitaire overwegingen, maar ondertussen is het beleid veranderd en is de repatriëring terug in beeld gekomen. Verschillende Haïtianen kregen al het bericht dat ze moesten vertrekken in februari vorig jaar. Ze gingen zelf zo ver in hun schreeuw naar papieren dat ze opriepen tot collectieve zelfmoord. In maart verkondigde minister van Justitie Cardozo dat er geen massale repatriëring zou gebeuren. Op 8 november besliste de Braziliaanse overheid echter nog om de driemaandelijkse repatriëring niet te laten doorgaan, maar het quotum om per jaar 1200 Haïtianen te legaliseren blijft behouden. Waarom de plotse omzwaai in het beleid? Volgens Antonio Patriota, minister voor buitenlandse zaken in Brazilië, is de oorzaak hiervoor dat de Braziliaanse overheid de georganiseerde misdaad (mensensmokkel) wil bestrijden die de immigranten exploiteert. Cardozo, minister van Justitie vertelt erbij dat de coyotes vaak gelinkt zijn aan de drugssmokkel en samen met de Haïtiaanse immigranten criminelen het land binnen brengen. Montinard zegt echter:” Dit zal de illegale migratie niet afremmen. Haïti is het armste land van Latijns-Amerika, veel Haïtianen dromen van een beter leven. Wat de immigratie wel zal afremmen, is dat als ze geld willen versturen naar hun familie in Haïti dit vaak niet mogelijk is omdat ze daarvoor een Braziliaanse bankrekening nodig hebben. Aan een Braziliaanse bankrekening geraken is zeer moeilijk voor de Haïtianen.” Conclusie Na de aardbeving werden de Haïtianen met open armen ontvangen, ze kregen humanitaire assistentie en werden aan het werk gezet door lokale ngo’s die zich bekommerden om hun lot. Helaas werd het beleid grondig herzien om de illegale migratie te stoppen omdat er niet genoeg geld is om al de Haïtianen op te vangen en om de mensensmokkelaars aan te pakken. De grenzen werden gesloten, humanitaire assistentie werd stopgezet en het leven van de Haïtianen werd steeds moeilijker. Voor de Haïtianen voldoet Brazilië niet aan hun verwachtingen. De vraag is nu of de Haïtianen in Brazilië gaan blijven. Vele Haïtiaanse illegale immigranten zijn niet vrij om te kiezen wat ze doen omwille van het feit dat ze vaak vastzitten aan de mensensmokkelaars, ze zijn medeslachtoffers van een mensonwaardig systeem. Of vinden ze een weg om zich op een legale manier te integreren in de Braziliaanse samenleving? Daarvoor werken ngo’s zoals AMA Haïti, Caritas, Companhia de Jesus ,… Willemjan Vandenplas 21 december 2012 Na de aardbeving in Haïti zijn ongeveer 15.000 Haïtianen naar Latijns-Amerika gemigreerd, 6.000 naar Brazilië, 2000 naar Ecuador en Chili en 1000 naar Mexico. De Haïtianen verkiezen Latijns-Amerika omwille van haar relatief open grenzen in vergelijking met de VS en de prijs van de reis naar de VS is ongeveer even duur als naar Latijns-Amerika. De Latijns-Amerikaanse landen verwelkomden de Haïtiaanse diaspora omwille van humanitaire redenen na de aardbeving, maar tegenwoordig wordt het beleid steeds restrictiever. De Haïtianen beginnen hun reis in Port-au-Prince, daar nemen ze de bus naar Santo Domingo, hoofdstad van de Dominicaanse Republiek. Ze nemen in Santo Domingo een vliegtuig naar Lima en trekken van daar te voet voor 5 tot 6u door de vlaktes van het binnenland. Daar nemen ze de bus naar Iquitos, om dan een gevaarlijke boottocht te ondernemen van het grensdorp Santa Rosa naar Tabatinga in Brazilië. Ze worden begeleid door "coyotes" of "gidsen" van Haïtiaanse origine, die duizenden dollars verdienen met de mensensmokkel. De relatief open grens tussen Peru en Brazilië is het ideale werkterrein van de mensensmokkelaars. De Haïtianen gaan dan meestal aan de slag in de illegale hout en mijnbouw industrieën, vaak worden ze verkocht door de mensensmokkelaars. In februari 2012 gaf de Braziliaanse overheid 520 000 dollar uit om in de grens staten van Acre en Amazonia om de illegale Haïtianen aan een visa te helpen en hun legaal aan het werk te krijgen voor een periode van 5 jaar. Omslag in het beleid In augustus waren er 105 immigranten die maanden in het Peruviaanse dorp Iñapari, op de grens met Brazilië en Bolivië, vast zaten. Hun situatie was dramatisch, enkele van hen gingen in honger staking. De oorzaak was dat Brazilië haar grens dicht hield, op de koop toe hadden ze geen humanitaire assistentie in Peru. In Augustus zaten er 210 Haïtianen vast in Brasileia dicht bij de grens met Peru en Bolivia. Zij waren aan het wachten op de legalisering van hun verblijfsdocumenten. De locale overheid begon met humanitaire assistentie voor de immigranten die vaak gehydrateerd en hongerig aankwamen na een tocht van enkele dagen in het Boliviaanse Amazone woud. Zij werden op 18 september geregulariseerd. Op dit moment wil de locale overheid van Brasileia geen humanitaire assistentie leveren aan de Haïtianen omdat Brasileia geen geld meer heeft. Ze ging hiervoor naar de centrale overheid, maar die twijfelde nog over het te volgen beleid. Ofwel zou ze hun verblijf legaliseren ofwel hun terug sturen naar Haïti of gewoon de grens over Peru in. Deze tendens is te voelen in heel Latijns-Amerika, meer een meer wordt er overwogen om de Haïtianen te deporteren. Na de aardbeving was er een moratorium ingesteld op het terugsturen van de migranten uit humanitaire overwegingen, maar ondertussen is het beleid veranderd en is de repatriëring terug in beeld gekomen. Volgens Antonio Patriota, minister voor buitenlandse zaken in Brazilië, is de oorzaak hiervoor dat de Braziliaanse overheid de georganiseerde misdaad (mensensmokkel) wil bestrijden die de immigranten exploiteert. Viva Rio in Haiti
20 maart 2012 — Viva Rio is een Braziliaanse ngo die werd opgericht in Rio de Janeiro in 1994 en is volgens het Global Journal de 48ste beste NGO van de wereld. Het verhaal van Viva Rio is welgekend bij de cariocas, de inwoners van Rio, en ook bij de Brazilianen. Viva Rio zijn vooral actief in de favelas, de benaming voor de sloppenwijken van Rio, en heeft als doel de muren, die de stad verdelen, omver te werpen. Dit werk werd op nationaal vlak erkend, maar de organisatie oversteeg het nationale niveau in 2004 toen het gevraagd werd door de VN om deel te nemen aan de vredesmissie in Haïti. Viva Rio had immers zeer veel ervaring opgebouwd rond het brengen van vrede in de gewelddadige en arme favelas van Rio. Wat begon als een verzoek, eindigde als een efficiënte operatie in Bel Air, Cité Soleil en Cité Militair, de “favelas” van Port-au-Prince. Viva Rio is vooral actief in projecten rond gezondheidszorg, onderwijs, milieu en veiligheid. Deze projecten bouwen aan het zelfvertrouwen van de Haïtianen zodat ze hun lot in eigen handen nemen. De trommels van de vredeDe pacificering van Bel Air begon in 2007, na een conflict tussen rivaliserende groepen, waarbij zeven mensen om het leven kwamen. Deze groepen zijn bekend als Bases in Port-au-Prince, het zijn lokale leiders, die niet verkozen zijn, maar die de gemeenschappen wel vertegenwoordigen. De Bases zijn actief zowel binnen de culturele aangelegenheden als op politiek vlak. Op cultureel vlak zijn ze zeer nauw betrokken bij de muziekgroepen die rára spelen, een muziekstijl waarbij veel trommels gebruikt worden. Viva Rio gebruikt deze muziekgroepen om in contact te komen met de bevolking en de vrede te promoten tussen de Bases. Op die manier is Viva Rio er in geslaagd om in mei 2007 een vredesakkoord te bewerkstelligen tussen leiders van 14 rivaliserende Bases. Een maand zonder geweld en doden zou worden beloont met een beurs om een jaar lang gratis te studeren. 2 maanden zonder geweld zouden beloond worden met gratis professionele opleidingen voor de muzikanten van de rára. Om dit de vieren werd een eerste festival van “de trommels van de vrede” georganiseerd waaraan de Bandas die voorheen in conflict waren. Iedere 2 maanden werd verder een festival georganiseerd. In 2011 werd het 5devredesverdrag overeengekomen tussen 106 leiders van 17 wijken. Verschil met andere ngo’s?Volgens de VN is Viva Rio een partner die het verschil maakt, omdat de organisatie in de favelas werkt en samen met de mensen uit de favelas. Ze kenmerken zich door een horizontale hiërarchie, zo staan de ontvangers van de hulp op gelijke hoogte als de mensen van Viva Rio. De afstand tussen hulpdonor en ontvanger is zeer klein. De Haïtianen verdienen solidariteit, maar boven al ook respect. Dit draagt Viva Rio hoog in het vaandel. Bron: http://vivario.org.br/wp-content/uploads/2011/12/Viva-Rio-Haiti_PARANOID.pdf Brazilië en Haïti: een verhaal van humanistische zuid-zuid coöperatie? 18 maart 2012 — Brazilië is geen nieuwe speler in de internationale coöperatie, het is al 40 jaar donor, maar zag haar budget in de eenentwintigste eeuw fors stijgen naar ongeveer 1 miljard dollar. Kenmerkend voor haar beleid is dat het uitgaat van politieke neutraliteit omdat Brazilië geen koloniaal verleden heeft. Zo verklaarde Lula, voormalig president van Brazilië, in 2005: “Het doel van Brazilië is om de Zuid-Zuid dialoog te promoten en te vechten tegen de oneerlijke internationale orde. Het is vooral een kwestie van principes met een utopische dimensie, maar onze internationale coöperatie is ook resultaatgericht en pragmatisch. Wij willen bijdragen doen aan de vrede en de democratie op basis van het principe van niet-onverschilligheid”. Dit is de verklaring voor het engagement binnen de VN-stabilisatiemissie (MINUSTAH) in Haïti die in 2004 van start ging en die Brazilië elk jaar 350 miljoen dollar kost. Lula stuurde niet alleen soldaten, maar het Braziliaanse middenveld ging ook mee. Zo werden in 2006 door de MINUSTAH de 3 gevaarlijkste wijken van Port-au Prince (Bel-Air, Cité Soleil, Cité Militar) gedemilitariseerd en konden daar verschillende projecten op poten gezet worden om de wijken leefbaarder te maken. (http://www.santiagodantassp.locaweb.com.br/br/simp/artigos/verenhitach.pdf) Een zuiver altruïstisch verhaal?Een ‘portfolioanalyse’ van de Wereldbank kon geen directe banden vaststellen tussen het groeiende aantal Braziliaanse multinationals, die al actief zijn in Haïti en de technische coöperatie die de Braziliaanse overheid promoot (zie MO*paper nr. 66 van maart 2012). Maar wat de Braziliaanse overheid niet onder stoelen of banken steekt is dat ze door de aanwezigheid in Haïti haar internationale relaties wil beïnvloeden met als doel een permanent zitje in de VN Veiligheidsraad. Zo kan ze haar gewicht op het internationale toneel vergroten en ook haar aanzien als potentiële wereldmacht voor een wereld van horizontale machtsverhoudingen. Hoe kijk de doorsnee Haïtiaan naar de goede bedoelingen van de Brazilianen in Haïti?Dit zal de basis vormen van mijn onderzoek en fotoreportage in Haïti, ik zal hiervoor de casus van de ngo Viva Rio gebruiken. Ik hoop door de projecten van deze organisatie te bezoeken in Bel Air en Cité Soleil een beter zicht te krijgen op de Braziliaanse stijl van internationale coöperatie. Slaat deze manier van werken aan bij de Haïtianen? Graag zou ik ook weten of de Utopische aanpak succes kent. Geweld laait op in Bel Air, Port-au-Prince 13 april 2012 — April is de maand van de rara muziek in Haïti, rara is een instrumentale muziek met trommels, trompetten en raspen. De muziekgroep loopt als een carnaval groep over straat en een groep mensen volgen hun. Op vrijdag gingen wij naar het rara optreden in Bel Air de wijk waar Viva Rio actief is. Bel Air is een sloppenwijk niet ver van waar Aristide, de ex-president van Haïti zijn kerk had. De hele gemeenschap kwam die avond op straat. Iedereen genoot eerst van dj's die Bob Marley en andere klassiekers speelden. Als fotograaf zijn dit niet te missen momenten, maar ik had om veiligheidsredenen mijn camera niet meegenomen. Ase doulè Viva Rio kreeg in 2007 greep op Bel Air (zie eerder artikel). Maar de laatste tijd verliest Viva Rio de greep op de situatie met als gevolg de dood van een van hun medewerkers Marcel Fenelon. De daders konden onmiddellijk geïdentificeerd worden omwille van de enorme sociale controle in de wijk. De daders werden geëxecuteerd door de gemeenschapsleiders, ondanks het feit dat Viva Rio expliciet vroeg om de daders aan de politie uit te leveren. Fenelon was de chauffeur van de oprichter van Viva Rio, Rubem César. Rubem had een heel persoonlijke band met hem, toen ze Rubem vroegen wat zijn ontsnapping plan was uit Bel Air moest er iets mis lopen dan wees hij naar Fenelon, volgens Rubem de beste chauffeur van Haïti. (http://haitiici.wordpress.com/2012/02/10/quelquun-a-tue-fenelon-hier-matin/) Zijn dood kon niet zonder gevolgen blijven voor Rubem en hij richte een project op Ase Doulè! Assez de Douleur! Basta de Dor! Enough Suffering! http://vimeo.com/37988929 Geweld volgens Viva Rio Viva Rio onderscheid 3 vormen van geweld: tussen rara groepen, bases en pro en Anti Aristide activisten. Tijdens het regime van Aristide werkten de bases samen, dit was de manier waarmee Artistide aan de macht was gekomen, maar na de val van Aristide in 2004 vond "de Bagdad oorlog" plaats tussen de Minustah en de pro arististide bases. De Minustah en de Haïtiaanse politie wou het bolwerk van Aristide in Bel Air ontmantelen. Dit zorgde voor het uiteenvallen van het netwerk tussen de gemeenschapsleiders van de bases. De avond Terug naar het feestje, we waren er naar afgezakt met een delegatie van Viva Rio en ook mensen van de VN en de Wereldbank. Omdat we de volgende dag naar het strand gingen gingen we vroeger naar huis. De volgende dag kregen we het bericht dat er een gevecht was uitgebroken met een rara groep van Delma deux een andere groep in Bel Air, waarbij enkele doden vielen. De volgende dagen was het hek van de dam, er hing een grillige sfeer in de wijk, overal was de Minustah aanwezig. Mijn werk in de wijk werd ernstig verstoord. Ooggetuige Volgens Oscar Emerson fotograaf van Viva Rio en ooggetuige waren er mensen van Delma deux op het rara feestje. Toen ze terug gingen naar Delma deux werden ze gevolgd door een groep van Bel Air en werden vermoord. Toen Delma Deux op de hoogte werd gebracht van de feiten, werd er een wraakactie ondernomen door 2 mensen van Bel Air op een moto te vermoorden in Delma Deux. Daarna vielen de meeste doden tussen de mensen die circuleerden tussen de wijk van Bel Air en Delma Deux. Kortom, de Haïtiaanse politie, Minustah en Viva Rio verliezen hun greep op de wijken en de bases geraken steeds beter bewapend. De Minustah wordt aanzien als een bezettingsmacht. Volgens een recent rapport ( http://www.fafo.no/pub/rapp/10149/index.html) zijn er belangrijke parallellen te trekken tussen de gewelddadige situatie in 2004 na de val van Aristide en nu na de Aardbeving. Eén ding staat vast, de veiligheidssituatie is verslechterd. Volg de fotoreportage op: http://www.facebook.com/photo.willemjan Ase doulè Viva Rio kreeg in 2007 greep op Bel Air (zie eerder artikel). Maar de laatste tijd verliest Viva Rio de greep op de situatie met als gevolg de dood van een van hun medewerkers Marcel Fenelon. De daders konden onmiddellijk geïdentificeerd worden omwille van de enorme sociale controle in de wijk. De daders werden geëxecuteerd door de gemeenschapsleiders, ondanks het feit dat Viva Rio expliciet vroeg om de daders aan de politie uit te leveren. Fenelon was de chauffeur van de oprichter van Viva Rio, Rubem César. Rubem had een heel persoonlijke band met hem, toen ze Rubem vroegen wat zijn ontsnapping plan was uit Bel Air moest er iets mis lopen dan wees hij naar Fenelon, volgens Rubem de beste chauffeur van Haïti. (http://haitiici.wordpress.com/2012/02/10/quelquun-a-tue-fenelon-hier-matin/) Zijn dood kon niet zonder gevolgen blijven voor Rubem en hij richte een project op Ase Doulè! Assez de Douleur! Basta de Dor! Enough Suffering! http://vimeo.com/37988929 Geweld volgens Viva RioViva Rio onderscheid 3 vormen van geweld: tussen rara groepen, bases en pro en Anti Aristide activisten. Tijdens het regime van Aristide werkten de bases samen, dit was de manier waarmee Artistide aan de macht was gekomen, maar na de val van Aristide in 2004 vond "de Bagdad oorlog" plaats tussen de Minustah en de pro arististide bases. De Minustah en de Haïtiaanse politie wou het bolwerk van Aristide in Bel Air ontmantelen. Dit zorgde voor het uiteenvallen van het netwerk tussen de gemeenschapsleiders van de bases. De avond Terug naar het feestje, we waren er naar afgezakt met een delegatie van Viva Rio en ook mensen van de VN en de Wereldbank. Omdat we de volgende dag naar het strand gingen gingen we vroeger naar huis. De volgende dag kregen we het bericht dat er een gevecht was uitgebroken met een rara groep van Delma deux een andere groep in Bel Air, waarbij enkele doden vielen. De volgende dagen was het hek van de dam, er hing een grillige sfeer in de wijk, overal was de Minustah aanwezig. Mijn werk in de wijk werd ernstig verstoord. Ooggetuige Volgens Oscar Emerson fotograaf van Viva Rio en ooggetuige waren er mensen van Delma deux op het rara feestje. Toen ze terug gingen naar Delma deux werden ze gevolgd door een groep van Bel Air en werden vermoord. Toen Delma Deux op de hoogte werd gebracht van de feiten, werd er een wraakactie ondernomen door 2 mensen van Bel Air op een moto te vermoorden in Delma Deux. Daarna vielen de meeste doden tussen de mensen die circuleerden tussen de wijk van Bel Air en Delma Deux. Kortom, de Haïtiaanse politie, Minustah en Viva Rio verliezen hun greep op de wijken en de bases geraken steeds beter bewapend. De Minustah wordt aanzien als een bezettingsmacht. Volgens een recent rapport ( http://www.fafo.no/pub/rapp/10149/index.html) zijn er belangrijke parallellen te trekken tussen de gewelddadige situatie in 2004 na de val van Aristide en nu na de Aardbeving. Eén ding staat vast, de veiligheidssituatie is verslechterd. Viva Rio: een meesterlijke droom van een soixante-huitard 14 april 2012 — Rubem César, geboren in 1943, oprichter van Viva Rio heeft er een lang traject op zitten. Rubem César studeerde filosofie in Warschau, Polen en begon daarna een master in sociale geschiedenis in Rio de Janeiro, waar hij al snel actief werd in anarchistische studentenbewegingen, hij studeerde af in 1969. Samen met andere auteurs schreef hij het boek, een nieuwe geschiedenis van Brazilië. Door zijn publicatie en politiek engagement werd hij verbannen door de militaire dictatuur in Brazilië. Zo begon hij een master in geschiedenis van het sociale denken aan de Colombia universiteit in de VS. In 1976 haalde hij daar een doctoraat. Hij keerde terug naar Rio in 1976 toen zijn Vader door een kogel werd getroffen tijdens een inbraak in zijn ouderlijkhuis. Het Begin van Viva Rio In 1993 was er een sterke stijging van het geweld in Rio, er werden verschillende manifestaties georganiseerd tegen het geweld. Hieruit groeide Viva Rio dat als doel heeft de cultuur van de vrede te promoten en voor sociale inclusie te zorgen. In 2004 werd Rubem César uitgenodigd als consultant voor de Minustah in Haïti. Door middel van de steun van Noorse en Canadese donoren kon hij het werk van Viva Rio verder zetten in Haïti. Volgens Rubem ligt de nadruk van Viva Rio in Rio de Janeiro vooral op gezondheidszorg, in Haiti hoofdzakelijk op geweldpreventie in Bel Air. Op die manier is Bel Air een voorbeeld voor de rest van Haïti. Meer informatie omtrent de projecten van Viva Rio vindt u terug in mijn vorig artikel. (http://www.mo.be/wereldblog/willemjan-vandenplas/viva-rio-haiti) Rubem César Ik had het geluk om Rubém verschillende keren te ontmoeten in Haïti, altijd informeel. Hij is zeer gemoedelijk, de eerste keer dat ik hem ontmoete dacht ik dat hij iemand van het persooneel was, dit is kenmerkend voor de organisatie dat een horizontale machtsstructuur heeft. Het team van Viva Rio bestaat uit allemaal mensen met verschillende invalshoeken, er zijn maar 20 expats in een organisatie van 1000 mensen, sommige expats zijn specialisten in hun vak, maar andere mensen hebben ook kansen gekregen om hun potentieel volledig te ontplooien. Het personeel krijgt veel verantwoordelijkheden, maar de functies zijn niet strak omlijnd. Het verschil met andere organisaties is ook dat Viva Rio veel Haïtanen op belangrijke functies heeft, zelfs in hogere functies dan de expats. HaïtiDe internationalisering van Viva Rio, een mooi voorbeeld van zuid-zuid coöperatie, dit is mede mogelijk door het feit dat de Braziliaanse cultuur erg op de Haïtiaanse lijkt. Zo speelt de Afrikaanse roots van de Brazilianen en de Haïtianen een rol, de cultuur van de Candomblé en de Capoeira zit in het bloed van de Haïtianen. Culturele gelijkenissen vormen dus een brug tussen Braziliaanse ontwikkelingswerkers en de plaatselijke bevolking. Kortom, dit is de rede waarom Viva Rio zo dicht bij de bevolking staat, omdat het instaat is om met begrip voor de lokale cultuur te werken. De troef van het Braziliaanse personeel van Viva Rio is dat het gewoon is van met geweld om te gaan en een mediërende rol speelt conflicten. Dit maakt van Viva Rio een succesvolle ngo in Haïti. Haïti: staatsgreep in voorbereiding 25 april 2012 — Een militie van ex-militairen verklaarde op dinsdag dat het een ultimatum stelt aan de Haïtiaanse overheid. De militie wilt dat het leger weer wordt geactiveerd. In Haïti is er al sprake van de zoveelste coup d’état. Clash De militie geeft president Martelly 72 uur bedenktijd en vraagt de regering een positie in te nemen. Volgens de Braziliaanse Antropoloog Pedro Braum die in Bel Air werkt zijn er geruchten dat Martelly ook aan een militie werkt, maar hij die de sloppenwijken goed kent heeft hier geen bewijzen voor. Martelly is vooral populair bij de jeugd, maar het moet in de komende dagen duidelijk worden dat deze zich gaan mobiliseren moest de staatsgreep een feit worden. Verleden De militie die nu het ultimatum stelt is dezelfde als de militie die in 2004 Aristide van de macht verdreef. Ex-sergant van het leger en militielid Aubin vindt dat het leger moet terug komen. Zijn slogan is “Vrijheid of de dood, de overwinning zal de onze zijn, het maakt niet uit wat er gebeurt”. De Militie van ex-militairen zou 15.000 man sterk zijn. Het Haïtiaanse leger werd ontbonden in 1995 door Aristide omwille van verschillende pogingen tot staatsgreep. Na de gelukte staatsgreep in 2004 tegen Aristide werden ze in 2005 verslagen door de Minustah. Ze mobiliseerden zich weer vorig jaar, omdat Martelly beloofde het leger te herinstalleren. Heet van de naald Gisteren begon er een staking van de Politie in Port-Au-Prince, hierdoor kon de Militie barricades opwerpen in Port-Au-Prince, maar de troepen van de VN-missie in Haïti (Minustah) grepen snel in. De Minustah nam gisteren het mandaat van de Haïtiaanse Politie over. De Minustah evalueert de situatie en zoekt naar een vrede volle oplossing. Vandaag is er een ontmoeting tussen de ex-militairen en een delegatie van het ministerie van binnenlandse zaken om een vreedzame oplossing te zoeken. Bron: http://www.bbc.co.uk/portuguese/noticias/2012/04/120424_haiti_milicia_ultimato_lk.shtml Willemjan Vandenplas is juist terug van Haïti, waar hij werkte als fotograaf voor de Braziliaans ngo Viva Rio. Bekijk zijn fotoreportage op: http://www.facebook.com/photo.willemjan |
Archives
January 2015
Categories
All
|