Stilletjes aan beginnen de Palestijnen die leven op de Westelijke Jordaanoever de kracht van vakbondsacties te ontdekken. Onder impuls van de vakbonden, waaronder ook fos-partner PGFTU, worden pleinen bezet, wordt het openbaar vervoer lam gelegd en staken ambtenaren. Het zijn tekens van de steeds sterker wordende vakbonden die sociale rechtvaardigheid eisen. De financiële crisis die de Westelijke Jordaanoever treft, wordt gezien als de oorzaak van het protest. De stijgende prijzen en de lage lonen creëren bij de Palestijnen het bewustzijn dat het economische beleid van premier Salam Fayyad en zijn partij 'De Derde Weg' faalt. Ze verwerpen de vrije-marktlogica van premier Fayyad. In september en oktober vroegen de betogers zijn ontslag. Almaannews berichtte dat premier Fayyad er aan dacht zijn ontslag aan te bieden. Op 30 oktober stelde hij voor een regering van nationale eenheid te vormen, maar dit werd al snel verworpen door de linkse partijen en voor Fatah was de tijd nog niet rijp. Ondertussen bleef de financiële crisis verder duren. De VS en de EU beloofden elk 200 miljoen dollar financiële hulp te geven. Verschillende EU-landen stortten geld samen met de Verenigde Arabische Emiraten en Oman. Dit maakte het mogelijk om op korte termijn de lonen van de ambtenaren uit te betalen. De plotse steun van de internationale gemeenschap is een vrij nieuw gegeven in de geschiedenis van de Palestijnse Autoriteit(PA). Een duidelijke aanwijzing dat de protesten wel degelijk effect hebben is dat de Israëlische eerste minister Benjamin Netanyahu volgens Almaannews heeft opgeroepen tot financiële steun aan de PA. Hij zou dit doen uit vrees voor het protest op de Westelijke Jordaanoever en voor het uiteenvallen van de PA. Als de vakbonden er in slagen hun draagvlak verder uit te bouwen, kunnen zij op termijn belangrijke resultaten boeken. Op 7 oktober werd al een minimumloon ingevoerd in de privé- en publieke sector, hoewel dit nog steeds erg laag ligt.
0 Comments
Volgens UNHCR is Libanon het derde land in de regio dat de kaap van 100.000 Syrische vluchtelingen overstijgd. Op 22 oktober waren er 101,283 geregistreerde en wachtende op registratie op het Libanese grondgebied.
De situatie in Libanon In Libanon hebben zich de laatste week 5500 Syrische vluchtelingen geregistreerd, dit is minder dan verwacht omwille van de gespannen situatie. Veel vluchtelingen huren een appartement en overleven zelfstandig. Hoe langer dat het conflict duurt, zullen er veel meer vluchtelingen zich genoodzaakt zien om zich te registreren en hulp aan te vragen van de Libanese overheid omdat hun spaargeld opgebruikt geraakt. Veel vluchtelingen hebben het dus moeilijk om de eindje aan elkaar te knopen, zij klagen de hoge prijzen voor levensmiddelen aan. Nu zijn er al 16.000 vluchtelingen die moeten beroep doen op de overheid, internationale organisaties en ngo's om te kunnen overleven. Met de winter die in aantocht is er dringend meer hulp nodig. De situatie in de buurlanden Turkije en Jordanië zijn de twee landen met de meeste vluchtelingen. De andere landen in de regio met een geregistreerde vluchtelingenpopulatie zijn Irak en Egypte, zo'n 45.000 in Irak en enkele duizenden in Egypte, maar de Egyptische overheid spreek van 150.000 niet geregistreerden. Het totaal in de regio is 358.000, maar de overheden van de buurlanden van Syrië zeggen dat er tienduizenden vluchtelingen zijn die nog niet geregistreerd zijn. Opvang van vluchtelingen in België Minister van Buitenlandse zaken Didier Reynders stelde een week geleden voor om Syrische vluchtelingen te hervestigen in België maar Reynders kwam snel tot de vaststelling dat ze dit niet willen. In de vluchtelingenkampen leven de vluchtelingen van dag tot dag en verwachten elk moment het bericht te ontvangen dat het regime is gevallen zodat ze terug kunnen keren naar hun dorp of stad. Vaak ligt dit maar op enkele tientallen kilometers van het kamp. Diegene die dan naar België komen zijn vooral Syriërs wiens politieke activiteiten te gevaarlijk werden in de buurlanden en moesten vertrekken naar het Westen. In september vroegen er 73 Syriërs asiel aan in België, in totaal 463 voor 2012. Op dit moment zijn er ongeveer 13000 asiel aanvragen van Syriërs in heel Europa, velen zijn dus activisten die hun activiteiten verder zetten in het Westen. Als de situatie echter langer gaat aanslepen, dan zal er hervestiging of resettlement nodig zijn van de vluchtelingen in de kampen. 11 september 2012
( OPINIE ) — Er waart een spook door Ramallah. De ene dag lopen de straten vol met activisten, de andere dag is er niemand op straat te bespeuren omwille van een staking van het openbaar vervoer. De bezetting door Israël, jaren van wanbeleid door de Palestijnse overheid en de sterker wordende vakbonden hebben de Palestijnse samenleving in een wurggreep. Student Willemjan Vandenplas is terplaatse en schreef er een opiniestuk over. De bezetting is de kern van het probleem Israël controleert het land, het water, de lucht, de grenzen, de olie, de prijzen voor levensmiddelen en alle export en import gaat door Israël. De grensposten, de muur en de checkpoints maken elke vorm van planning onmogelijk. De Palestijnen hebben enorm te lijden, maar de 'neoliberale agenda' van de overheid in Ramallah, gedicteerd door de Wereldbank en het IMF, maakt de impasse compleet. Het juk van de Palestijnse overheid De Palestijnen eisen goed bestuur van hun overheid, omdat de financiële crisis voor een overheidsschuld van ongeveer 2 miljard euro heeft geleid en het beleid voor meer problemen dan oplossingen zorgt. De belastingen worden verhoogd, de taksen op consumptiegoederen en de prijzen van levensmiddelen stijgen. Zo is een kop koffie in Ramallah duurder dan in Oxford Street in Londen. Door dit alles daalt de consumptie. De vakbonden maken een vuist De sterker wordende vakbonden eisen een minimumloon en sociale zekerheid. Nu zijn er arbeiders, vooral vrouwen, die slechts 80 euro per maand verdienen. De werkgevers willen een minimumloon van 150 euro, maar de vakbonden aanvaarden dit niet. De vakbonden ijveren ook voor meer arbeidsrechten, vrijheid van vakbondsvereniging en erkenning van deze rechten door de privésector. Hoewel de overheid beloften maakt om hieraan te werken, blijft het voornamelijk bij mooie woorden. Daarom willen de vakbonden nieuwe onderwerpen in het arbeidsoverleg aansnijden en nieuwe concepten ontwikkelen voor dialoog tussen vakbonden, werkgevers en de overheid. De vakbonden eisen dat er tegen 15 september een minimumloon is en geven de overheid nog 2 maanden om de sociale rechten van arbeiders te verwezenlijken. 11 september in Ramallah De secretaris-generaal van de 'ittihad alniqaabaat almostaqla', de onafhankelijke vakbondsunie, Mahmoud Ziyada, heeft vandaag (11 september) opgeroepen tot een samenkomst in het centrum van Ramallah. De eisen zijn een aanvaardbaar minimumloon en een beter economisch beleid. De vakbond van werkloze jongeren zal ook deelnemen. Dit is het hoogtepunt van de onvrede ten aanzien van de overheid die al terug gaat sinds jaren. Mahmoud Ziyada: “dit heeft niets te maken met de Arabische Lente, maar wel met de eis voor sociale rechten in de bezette gebieden.” De overheid buigt voor de vakbonden Voor de start van de betoging heeft de overheid toegevingen gedaan om het sociaal conflict op te lossen. De ministers gaan 10% minder verdienen, vanaf de volgende de maand zal de taks op consumptiegoederen van 16% naar 15% dalen, de prijzen van olie en gas zullen niet meer stijgen, de overheid zal de landbouwsector steunen, controle invoeren op de prijzen van bepaalde levensmiddelen en een minimumloon invoeren tegen 15 oktober. Dit zijn de aangekondigde maatregelen, maar de vakbonden hebben alvast laten weten dat ze niet onvoorwaardelijk akkoord zullen gaan met de maatregelen. De Palestijnen verdienen beter. Oplossing van het sociaal conflict Volgens Wajih el-Ayassa, van Democraticy & Workers' Rights Center (DWRC) in Ramallah moet de overheid haar prioriteiten verleggen, de mensen moeten meer centraal komen te staan in het beleid. Wajih: “Er moet meer sociale bescherming komen, de corruptie moet omlaag en er moet een einde komen aan de bezetting door Israël. De overheid moet een meer humaan beleid voeren, een minimumloon is hoogst nodig.” Willemjan Vandenplas is student Geneeskunde - Gezondheidsbeleid in ontwikkelingslanden, freelance fotograaf, wereldreiziger en vertaler. Dit opinie-artikel kwam tot stand in samenwerking met fos en DWRC. Viva Rio in Haiti
20 maart 2012 — Viva Rio is een Braziliaanse ngo die werd opgericht in Rio de Janeiro in 1994 en is volgens het Global Journal de 48ste beste NGO van de wereld. Het verhaal van Viva Rio is welgekend bij de cariocas, de inwoners van Rio, en ook bij de Brazilianen. Viva Rio zijn vooral actief in de favelas, de benaming voor de sloppenwijken van Rio, en heeft als doel de muren, die de stad verdelen, omver te werpen. Dit werk werd op nationaal vlak erkend, maar de organisatie oversteeg het nationale niveau in 2004 toen het gevraagd werd door de VN om deel te nemen aan de vredesmissie in Haïti. Viva Rio had immers zeer veel ervaring opgebouwd rond het brengen van vrede in de gewelddadige en arme favelas van Rio. Wat begon als een verzoek, eindigde als een efficiënte operatie in Bel Air, Cité Soleil en Cité Militair, de “favelas” van Port-au-Prince. Viva Rio is vooral actief in projecten rond gezondheidszorg, onderwijs, milieu en veiligheid. Deze projecten bouwen aan het zelfvertrouwen van de Haïtianen zodat ze hun lot in eigen handen nemen. De trommels van de vredeDe pacificering van Bel Air begon in 2007, na een conflict tussen rivaliserende groepen, waarbij zeven mensen om het leven kwamen. Deze groepen zijn bekend als Bases in Port-au-Prince, het zijn lokale leiders, die niet verkozen zijn, maar die de gemeenschappen wel vertegenwoordigen. De Bases zijn actief zowel binnen de culturele aangelegenheden als op politiek vlak. Op cultureel vlak zijn ze zeer nauw betrokken bij de muziekgroepen die rára spelen, een muziekstijl waarbij veel trommels gebruikt worden. Viva Rio gebruikt deze muziekgroepen om in contact te komen met de bevolking en de vrede te promoten tussen de Bases. Op die manier is Viva Rio er in geslaagd om in mei 2007 een vredesakkoord te bewerkstelligen tussen leiders van 14 rivaliserende Bases. Een maand zonder geweld en doden zou worden beloont met een beurs om een jaar lang gratis te studeren. 2 maanden zonder geweld zouden beloond worden met gratis professionele opleidingen voor de muzikanten van de rára. Om dit de vieren werd een eerste festival van “de trommels van de vrede” georganiseerd waaraan de Bandas die voorheen in conflict waren. Iedere 2 maanden werd verder een festival georganiseerd. In 2011 werd het 5devredesverdrag overeengekomen tussen 106 leiders van 17 wijken. Verschil met andere ngo’s?Volgens de VN is Viva Rio een partner die het verschil maakt, omdat de organisatie in de favelas werkt en samen met de mensen uit de favelas. Ze kenmerken zich door een horizontale hiërarchie, zo staan de ontvangers van de hulp op gelijke hoogte als de mensen van Viva Rio. De afstand tussen hulpdonor en ontvanger is zeer klein. De Haïtianen verdienen solidariteit, maar boven al ook respect. Dit draagt Viva Rio hoog in het vaandel. Bron: http://vivario.org.br/wp-content/uploads/2011/12/Viva-Rio-Haiti_PARANOID.pdf Brazilië en Haïti: een verhaal van humanistische zuid-zuid coöperatie? 18 maart 2012 — Brazilië is geen nieuwe speler in de internationale coöperatie, het is al 40 jaar donor, maar zag haar budget in de eenentwintigste eeuw fors stijgen naar ongeveer 1 miljard dollar. Kenmerkend voor haar beleid is dat het uitgaat van politieke neutraliteit omdat Brazilië geen koloniaal verleden heeft. Zo verklaarde Lula, voormalig president van Brazilië, in 2005: “Het doel van Brazilië is om de Zuid-Zuid dialoog te promoten en te vechten tegen de oneerlijke internationale orde. Het is vooral een kwestie van principes met een utopische dimensie, maar onze internationale coöperatie is ook resultaatgericht en pragmatisch. Wij willen bijdragen doen aan de vrede en de democratie op basis van het principe van niet-onverschilligheid”. Dit is de verklaring voor het engagement binnen de VN-stabilisatiemissie (MINUSTAH) in Haïti die in 2004 van start ging en die Brazilië elk jaar 350 miljoen dollar kost. Lula stuurde niet alleen soldaten, maar het Braziliaanse middenveld ging ook mee. Zo werden in 2006 door de MINUSTAH de 3 gevaarlijkste wijken van Port-au Prince (Bel-Air, Cité Soleil, Cité Militar) gedemilitariseerd en konden daar verschillende projecten op poten gezet worden om de wijken leefbaarder te maken. (http://www.santiagodantassp.locaweb.com.br/br/simp/artigos/verenhitach.pdf) Een zuiver altruïstisch verhaal?Een ‘portfolioanalyse’ van de Wereldbank kon geen directe banden vaststellen tussen het groeiende aantal Braziliaanse multinationals, die al actief zijn in Haïti en de technische coöperatie die de Braziliaanse overheid promoot (zie MO*paper nr. 66 van maart 2012). Maar wat de Braziliaanse overheid niet onder stoelen of banken steekt is dat ze door de aanwezigheid in Haïti haar internationale relaties wil beïnvloeden met als doel een permanent zitje in de VN Veiligheidsraad. Zo kan ze haar gewicht op het internationale toneel vergroten en ook haar aanzien als potentiële wereldmacht voor een wereld van horizontale machtsverhoudingen. Hoe kijk de doorsnee Haïtiaan naar de goede bedoelingen van de Brazilianen in Haïti?Dit zal de basis vormen van mijn onderzoek en fotoreportage in Haïti, ik zal hiervoor de casus van de ngo Viva Rio gebruiken. Ik hoop door de projecten van deze organisatie te bezoeken in Bel Air en Cité Soleil een beter zicht te krijgen op de Braziliaanse stijl van internationale coöperatie. Slaat deze manier van werken aan bij de Haïtianen? Graag zou ik ook weten of de Utopische aanpak succes kent. Geweld laait op in Bel Air, Port-au-Prince 13 april 2012 — April is de maand van de rara muziek in Haïti, rara is een instrumentale muziek met trommels, trompetten en raspen. De muziekgroep loopt als een carnaval groep over straat en een groep mensen volgen hun. Op vrijdag gingen wij naar het rara optreden in Bel Air de wijk waar Viva Rio actief is. Bel Air is een sloppenwijk niet ver van waar Aristide, de ex-president van Haïti zijn kerk had. De hele gemeenschap kwam die avond op straat. Iedereen genoot eerst van dj's die Bob Marley en andere klassiekers speelden. Als fotograaf zijn dit niet te missen momenten, maar ik had om veiligheidsredenen mijn camera niet meegenomen. Ase doulè Viva Rio kreeg in 2007 greep op Bel Air (zie eerder artikel). Maar de laatste tijd verliest Viva Rio de greep op de situatie met als gevolg de dood van een van hun medewerkers Marcel Fenelon. De daders konden onmiddellijk geïdentificeerd worden omwille van de enorme sociale controle in de wijk. De daders werden geëxecuteerd door de gemeenschapsleiders, ondanks het feit dat Viva Rio expliciet vroeg om de daders aan de politie uit te leveren. Fenelon was de chauffeur van de oprichter van Viva Rio, Rubem César. Rubem had een heel persoonlijke band met hem, toen ze Rubem vroegen wat zijn ontsnapping plan was uit Bel Air moest er iets mis lopen dan wees hij naar Fenelon, volgens Rubem de beste chauffeur van Haïti. (http://haitiici.wordpress.com/2012/02/10/quelquun-a-tue-fenelon-hier-matin/) Zijn dood kon niet zonder gevolgen blijven voor Rubem en hij richte een project op Ase Doulè! Assez de Douleur! Basta de Dor! Enough Suffering! http://vimeo.com/37988929 Geweld volgens Viva Rio Viva Rio onderscheid 3 vormen van geweld: tussen rara groepen, bases en pro en Anti Aristide activisten. Tijdens het regime van Aristide werkten de bases samen, dit was de manier waarmee Artistide aan de macht was gekomen, maar na de val van Aristide in 2004 vond "de Bagdad oorlog" plaats tussen de Minustah en de pro arististide bases. De Minustah en de Haïtiaanse politie wou het bolwerk van Aristide in Bel Air ontmantelen. Dit zorgde voor het uiteenvallen van het netwerk tussen de gemeenschapsleiders van de bases. De avond Terug naar het feestje, we waren er naar afgezakt met een delegatie van Viva Rio en ook mensen van de VN en de Wereldbank. Omdat we de volgende dag naar het strand gingen gingen we vroeger naar huis. De volgende dag kregen we het bericht dat er een gevecht was uitgebroken met een rara groep van Delma deux een andere groep in Bel Air, waarbij enkele doden vielen. De volgende dagen was het hek van de dam, er hing een grillige sfeer in de wijk, overal was de Minustah aanwezig. Mijn werk in de wijk werd ernstig verstoord. Ooggetuige Volgens Oscar Emerson fotograaf van Viva Rio en ooggetuige waren er mensen van Delma deux op het rara feestje. Toen ze terug gingen naar Delma deux werden ze gevolgd door een groep van Bel Air en werden vermoord. Toen Delma Deux op de hoogte werd gebracht van de feiten, werd er een wraakactie ondernomen door 2 mensen van Bel Air op een moto te vermoorden in Delma Deux. Daarna vielen de meeste doden tussen de mensen die circuleerden tussen de wijk van Bel Air en Delma Deux. Kortom, de Haïtiaanse politie, Minustah en Viva Rio verliezen hun greep op de wijken en de bases geraken steeds beter bewapend. De Minustah wordt aanzien als een bezettingsmacht. Volgens een recent rapport ( http://www.fafo.no/pub/rapp/10149/index.html) zijn er belangrijke parallellen te trekken tussen de gewelddadige situatie in 2004 na de val van Aristide en nu na de Aardbeving. Eén ding staat vast, de veiligheidssituatie is verslechterd. Volg de fotoreportage op: http://www.facebook.com/photo.willemjan Ase doulè Viva Rio kreeg in 2007 greep op Bel Air (zie eerder artikel). Maar de laatste tijd verliest Viva Rio de greep op de situatie met als gevolg de dood van een van hun medewerkers Marcel Fenelon. De daders konden onmiddellijk geïdentificeerd worden omwille van de enorme sociale controle in de wijk. De daders werden geëxecuteerd door de gemeenschapsleiders, ondanks het feit dat Viva Rio expliciet vroeg om de daders aan de politie uit te leveren. Fenelon was de chauffeur van de oprichter van Viva Rio, Rubem César. Rubem had een heel persoonlijke band met hem, toen ze Rubem vroegen wat zijn ontsnapping plan was uit Bel Air moest er iets mis lopen dan wees hij naar Fenelon, volgens Rubem de beste chauffeur van Haïti. (http://haitiici.wordpress.com/2012/02/10/quelquun-a-tue-fenelon-hier-matin/) Zijn dood kon niet zonder gevolgen blijven voor Rubem en hij richte een project op Ase Doulè! Assez de Douleur! Basta de Dor! Enough Suffering! http://vimeo.com/37988929 Geweld volgens Viva RioViva Rio onderscheid 3 vormen van geweld: tussen rara groepen, bases en pro en Anti Aristide activisten. Tijdens het regime van Aristide werkten de bases samen, dit was de manier waarmee Artistide aan de macht was gekomen, maar na de val van Aristide in 2004 vond "de Bagdad oorlog" plaats tussen de Minustah en de pro arististide bases. De Minustah en de Haïtiaanse politie wou het bolwerk van Aristide in Bel Air ontmantelen. Dit zorgde voor het uiteenvallen van het netwerk tussen de gemeenschapsleiders van de bases. De avond Terug naar het feestje, we waren er naar afgezakt met een delegatie van Viva Rio en ook mensen van de VN en de Wereldbank. Omdat we de volgende dag naar het strand gingen gingen we vroeger naar huis. De volgende dag kregen we het bericht dat er een gevecht was uitgebroken met een rara groep van Delma deux een andere groep in Bel Air, waarbij enkele doden vielen. De volgende dagen was het hek van de dam, er hing een grillige sfeer in de wijk, overal was de Minustah aanwezig. Mijn werk in de wijk werd ernstig verstoord. Ooggetuige Volgens Oscar Emerson fotograaf van Viva Rio en ooggetuige waren er mensen van Delma deux op het rara feestje. Toen ze terug gingen naar Delma deux werden ze gevolgd door een groep van Bel Air en werden vermoord. Toen Delma Deux op de hoogte werd gebracht van de feiten, werd er een wraakactie ondernomen door 2 mensen van Bel Air op een moto te vermoorden in Delma Deux. Daarna vielen de meeste doden tussen de mensen die circuleerden tussen de wijk van Bel Air en Delma Deux. Kortom, de Haïtiaanse politie, Minustah en Viva Rio verliezen hun greep op de wijken en de bases geraken steeds beter bewapend. De Minustah wordt aanzien als een bezettingsmacht. Volgens een recent rapport ( http://www.fafo.no/pub/rapp/10149/index.html) zijn er belangrijke parallellen te trekken tussen de gewelddadige situatie in 2004 na de val van Aristide en nu na de Aardbeving. Eén ding staat vast, de veiligheidssituatie is verslechterd. Viva Rio: een meesterlijke droom van een soixante-huitard 14 april 2012 — Rubem César, geboren in 1943, oprichter van Viva Rio heeft er een lang traject op zitten. Rubem César studeerde filosofie in Warschau, Polen en begon daarna een master in sociale geschiedenis in Rio de Janeiro, waar hij al snel actief werd in anarchistische studentenbewegingen, hij studeerde af in 1969. Samen met andere auteurs schreef hij het boek, een nieuwe geschiedenis van Brazilië. Door zijn publicatie en politiek engagement werd hij verbannen door de militaire dictatuur in Brazilië. Zo begon hij een master in geschiedenis van het sociale denken aan de Colombia universiteit in de VS. In 1976 haalde hij daar een doctoraat. Hij keerde terug naar Rio in 1976 toen zijn Vader door een kogel werd getroffen tijdens een inbraak in zijn ouderlijkhuis. Het Begin van Viva Rio In 1993 was er een sterke stijging van het geweld in Rio, er werden verschillende manifestaties georganiseerd tegen het geweld. Hieruit groeide Viva Rio dat als doel heeft de cultuur van de vrede te promoten en voor sociale inclusie te zorgen. In 2004 werd Rubem César uitgenodigd als consultant voor de Minustah in Haïti. Door middel van de steun van Noorse en Canadese donoren kon hij het werk van Viva Rio verder zetten in Haïti. Volgens Rubem ligt de nadruk van Viva Rio in Rio de Janeiro vooral op gezondheidszorg, in Haiti hoofdzakelijk op geweldpreventie in Bel Air. Op die manier is Bel Air een voorbeeld voor de rest van Haïti. Meer informatie omtrent de projecten van Viva Rio vindt u terug in mijn vorig artikel. (http://www.mo.be/wereldblog/willemjan-vandenplas/viva-rio-haiti) Rubem César Ik had het geluk om Rubém verschillende keren te ontmoeten in Haïti, altijd informeel. Hij is zeer gemoedelijk, de eerste keer dat ik hem ontmoete dacht ik dat hij iemand van het persooneel was, dit is kenmerkend voor de organisatie dat een horizontale machtsstructuur heeft. Het team van Viva Rio bestaat uit allemaal mensen met verschillende invalshoeken, er zijn maar 20 expats in een organisatie van 1000 mensen, sommige expats zijn specialisten in hun vak, maar andere mensen hebben ook kansen gekregen om hun potentieel volledig te ontplooien. Het personeel krijgt veel verantwoordelijkheden, maar de functies zijn niet strak omlijnd. Het verschil met andere organisaties is ook dat Viva Rio veel Haïtanen op belangrijke functies heeft, zelfs in hogere functies dan de expats. HaïtiDe internationalisering van Viva Rio, een mooi voorbeeld van zuid-zuid coöperatie, dit is mede mogelijk door het feit dat de Braziliaanse cultuur erg op de Haïtiaanse lijkt. Zo speelt de Afrikaanse roots van de Brazilianen en de Haïtianen een rol, de cultuur van de Candomblé en de Capoeira zit in het bloed van de Haïtianen. Culturele gelijkenissen vormen dus een brug tussen Braziliaanse ontwikkelingswerkers en de plaatselijke bevolking. Kortom, dit is de rede waarom Viva Rio zo dicht bij de bevolking staat, omdat het instaat is om met begrip voor de lokale cultuur te werken. De troef van het Braziliaanse personeel van Viva Rio is dat het gewoon is van met geweld om te gaan en een mediërende rol speelt conflicten. Dit maakt van Viva Rio een succesvolle ngo in Haïti. Haïti: staatsgreep in voorbereiding 25 april 2012 — Een militie van ex-militairen verklaarde op dinsdag dat het een ultimatum stelt aan de Haïtiaanse overheid. De militie wilt dat het leger weer wordt geactiveerd. In Haïti is er al sprake van de zoveelste coup d’état. Clash De militie geeft president Martelly 72 uur bedenktijd en vraagt de regering een positie in te nemen. Volgens de Braziliaanse Antropoloog Pedro Braum die in Bel Air werkt zijn er geruchten dat Martelly ook aan een militie werkt, maar hij die de sloppenwijken goed kent heeft hier geen bewijzen voor. Martelly is vooral populair bij de jeugd, maar het moet in de komende dagen duidelijk worden dat deze zich gaan mobiliseren moest de staatsgreep een feit worden. Verleden De militie die nu het ultimatum stelt is dezelfde als de militie die in 2004 Aristide van de macht verdreef. Ex-sergant van het leger en militielid Aubin vindt dat het leger moet terug komen. Zijn slogan is “Vrijheid of de dood, de overwinning zal de onze zijn, het maakt niet uit wat er gebeurt”. De Militie van ex-militairen zou 15.000 man sterk zijn. Het Haïtiaanse leger werd ontbonden in 1995 door Aristide omwille van verschillende pogingen tot staatsgreep. Na de gelukte staatsgreep in 2004 tegen Aristide werden ze in 2005 verslagen door de Minustah. Ze mobiliseerden zich weer vorig jaar, omdat Martelly beloofde het leger te herinstalleren. Heet van de naald Gisteren begon er een staking van de Politie in Port-Au-Prince, hierdoor kon de Militie barricades opwerpen in Port-Au-Prince, maar de troepen van de VN-missie in Haïti (Minustah) grepen snel in. De Minustah nam gisteren het mandaat van de Haïtiaanse Politie over. De Minustah evalueert de situatie en zoekt naar een vrede volle oplossing. Vandaag is er een ontmoeting tussen de ex-militairen en een delegatie van het ministerie van binnenlandse zaken om een vreedzame oplossing te zoeken. Bron: http://www.bbc.co.uk/portuguese/noticias/2012/04/120424_haiti_milicia_ultimato_lk.shtml Willemjan Vandenplas is juist terug van Haïti, waar hij werkte als fotograaf voor de Braziliaans ngo Viva Rio. Bekijk zijn fotoreportage op: http://www.facebook.com/photo.willemjan |
Archives
January 2015
Categories
All
|