Ik ga even terug in de tijd. Het is oktober 2009. Ik was juist gestopt met mijn studies geneeskunde om Arabisch te leren. Na 7 maanden in Marokko was mijn geld op. Dus zocht ik naar de goedkoopste school. Ik vond er één in Caïro in een buitenwijk. Al-Fajr in Madinat Nasser. (bestaat nu niet meer op die plaats)
Het was een enorme contrast ervaring, want ik toen ik toekwam op die school was ik de enige westerling. Terwijl ik van een school kwam waar de westerlingen 99% van de studenten uit maakten. Ik vulde mijn niveau test in naast een jonge Turkmeen met goudentanden. Hij begon te lachten met mij toen ik het Arabische alfabet niet in volgorde kon opzeggen. Vreemd vond ik dat omdat dit al het ware toch zeer moeilijk is om te onthouden. Daarna ging ik mijn test presenteren bij de directeur. Hij vroeg mij: waarom wil je Arabisch leren? Ik zei omdat ik graag zou willen werken in conflict gebieden en dit lijkt mij een interessante vervaardigheid om te hebben. Hij vroeg mij, waar zou je graag werken? Als jonge idealist antwoordde ik: Palestina. Hij antwoordde door mij schrik aan te jagen: “ Palestina daar schieten ze met geweren en hij maakte met zijn handen een AK-47 en deed als of hij mij dood schoot. Hij besloot uit mijn test dat ik op niveau één mocht beginnen, omdat hij wou dat ik perfect Arabisch leerde. “Je hebt de tijd” zei, want op dat moment dacht ik in Caïro te gaan wonen en mijn studies geneeskunde daar af te maken. Eerst dacht ik, waarom? Ik heb toch al 7 maanden Arabisch geleerd en ik kon toch al redelijk goed Arabisch spreken. Toen ik in de les zat werd me iets duidelijk dat tekstboek was in Saoudi Arabië gemaakt en in de plaats van Arabisch te leren kreeg ik een cursus Islamologie. Dat stond in schril contrast met mijn school in Marokko waar ze mij voorbereiden om voor de Westerse inlichtingen dienst te werken. Omdat het eerste woord dat ik leerde: Qoembula Nawawiya was, of kernbom. Mijn eerste woorden die ik leerde in de Fajr-school waren de belangrijkste heilige plaatsen van de Islam. Na elk hoofdstuk moest ik een passage uit te koran lezen samen met een bandje dat de tekst voor mij zong. Alle zintuigen werden dus stimuleert omdat er ook veel beeldjes aan te pas kwamen. Daarna begon het echt ik begon rond te kijken in de andere klaslokalen, daar waren Hungoeren (Islamieten uit China) de Koran aan het bediscussiëren. Dus het werd mij duidelijk dat ik op de verkeerde plaats was, helaas had ik geen geld om naar de Westerse instituten te gaan in het centrum van Cairo. Hoe meer ik rond liep in de wijk, hoe meer buitenlanders dat ik zag. Ik sprak met Tsjechenen, Somaliërs, Turkmenen, Turken, … Dit was een zeer multiculturele wijk. Achter af kwam ik te weten dat dit de wijk was waar studenten zich voorbereiden om naar Al-Ashar te gaan. En toen de minister van binnenlandse zaken vermoord werd op 300 meter van mijn deur enkele jaren later vond ik dit niet vreemd. Blijkbaar was deze buurt rond madrassa almanhaal ook een bastion voor het moslimbroederschap tijdens en na de revolutie in Egypte. Op mijn vorige school in Marokko was er zo'n 17-jarige kereltje, waarvan ik nu foto's zie van hoe hij toen hij jong was met Al Gore poseerde, die de Arabische lente voorspelde. Dus ik als ex-communist liep daar vrij revolutionair rond. Dit maakte dat het vrij snel duidelijk was dat ik een een zwakke figuur was die vrij geïsoleerd zat omdat zijn vrienden voornamelijk aan het Tahrir-plein en in Zamalek zaten ( het centrum, dus zo van die Caïro bobo, die nu gezien worden als kenners van de Jihad) en dus makkelijk kon worden gemanipuleerd. Dus het spel begon, interesseer je u voor de Islam? Wat weet je over de Islam vroegen ze mij dag dagelijks. “ Wel ik zal het u uitleggen” Wat ook gebeurde was dat ik op de 6u per dag dat ik op die school 3 maal werd uitgenodigd voor het gebed. En het een soort groepsdruk was om mee te doen. Omdat de school tijdens de gebedsdienst volledig plat lag en de sleutel ging op de deur. Dus ging ik maar sigaretten roken voor de ingang van de school, zoals we altijd deden in Marokko tijdens de pauzes. Elke keer moest ik nee zeggen tegen de vraag of ik mee wou gaan bidden en mijn collega's en leraars werden steeds agressiever. Na 3 maanden kwam mijn leraar bij mij en pakte een sigaret van mij en begon te roken. Hij zei mij, “ Hier heb je toch niets aan, de Islam kan je wel helpen, kom mee bidden” dit kwam uit de mond van Mohammed Al-Saber, of wel Cynisch genoeg in het Nederlands: “Mohammed de geduldige”. Toen ik definitief nee zei, bekeek mijn collega Islam, dat zijn naam, mij eens scheef en zij hij mij: “de Islam is wit” en hij toonde zijn wit gewaad.
0 Comments
Leave a Reply. |
Archives
January 2015
Categories
All
|