Bashar Al-Assad won de verkiezingen van 3 juni met 89% van de stemmen en er kwamen 73% van de stemgerechtigden opdagen volgens officiële bronnen. De Baath-partij, Hezbollah en Rusland vinden de 'bloedverkiezingen' een democratie waardig omdat de Syriërs vrij hebben kunnen stemmen. Voor hen geven deze verkiezingen democratische legitimiteit aan het leiderschap van Bashar Al-Assad.
Internationaal gehakketak De verkiezingen vonden plaats in het kader van de aangekondigde hervormingen die enkele maanden na de start van de revolutie zijn doorgevoerd. Vroeger werden er enkel referenda georganiseerd over de president. Het voltrekken van de verkiezingen heeft VN-gezant Lakdar Brahimi doen beslissen om de handdoek in de ring te werpen. Bashar Al-Assad deed een verschroeiende uithaal naar de landen die deze verkiezingen een 'parodie' of een 'farce' hadden genoemd: 'het Syrische volk is soeverein en ze hebben hun eigen kijk op de toekomst.' Volgens John Kerry waren de verkiezingen een grote nul, het conflict is hetzelfde, de terreur is hetzelfde en de moorden zijn hetzelfde. Daarop reageerde Hezbollah leider Hassan Nasrallah: 'elke politieke oplossing in Syrië begint met Dokter Bashar Al-Assad. Dit is het resultaat van deze verkiezingen. Omdat hij een nieuw mandaat van zeven jaar heeft gekregen en verkozen is door miljoenen mensen.' De waarheid achter de officiële cijfers Volgens Bilal Zaiter van de organisatie, The Creative Syrian Revolution, zijn er tekenen van hoop: 'Volgens de officiële bronnen van het regime waren er 15 miljoen mensen stemgerechtigd. Daarvan zijn er 11 miljoen gaan stemmen en Al-Assad won daarvan 8 miljoen stemmen. We zijn zeker dat deze officiële uitslag niet correct is, maar als we de cijfers bekijken dan zien we dat Al-Assad 55% van de stemgerechtigde kiezers voor zich heeft kunnen winnen. Dan heeft 45% van de stemgerechtigde Syriërs niet voor hem gestemd, voeg daar bij het misbruik in de stembureaus, de valse identiteiten en de ambtenaren die gedwongen werden om te stemmen. Het aantal stemmen voor Al-Assad slink nog verder weg als je de niet-stemgerechtigde vluchtelingen buiten Syrië, de niet-stemgerechtigde inwoners bevrijde gebieden, de niet-stemgerechtigde koerden in de autonome Koerdische gebieden in rekening brengt. Dan weet je onmiddellijk wat deze verkiezingen werkelijk en gelukkig hebben aangetoond.' Sinds maart 2011 hebben de Syriërs een enorme stap gezet tot een democratische en vrije samenleving. Zeker als je weet dat Al-Assad in een referendum in 2007 nog won met 97% van de stemmen en een opkomst van 95% van de stemgerechtigden. Het is duidelijk dat de leugens van het Syrische regime zonder na te denken worden overgenomen door haar bondgenoten. Terwijl deze resultaten een waarheid verbergen die het regime en haar bondgenoten liever niet zouden willen horen, de Syrische publieke opinie is tegen het regime gekeerd. Of moeten we misschien geloven dat Al-Assad een foute berekening heeft gemaakt van het aantal stemmen die hij wou behalen?
0 Comments
Sinds meer dan drie jaar verzetten burgeractivisten zich tegen de terreur van het regime van Bashar al-Assad in Syrië. Zelfs in volle oorlog is Syrië een sociale fabriek van geweldloos verzet in al haar vormen. De laatste maanden stond het Burgeractivisme enorm onder druk, toch zijn er positieve noten.
Wat al lang vergeten wordt is dat het conflict in Syrië geen zwart-wit verhaal is. Er moet echter op blijven gehamerd worden dat de Syrische Revolutie nog lang niet dood is. Op verschillende plaatsen bloeit deze nog steeds. Het Syrische conflict kan niet gereduceerd worden tot een geopolitiek spel, waarin alle groepen zijn gemilitariseerd en waarin Islamisme en sektarisme bod vieren. Het is opmerkelijk om te zien dat het Syrische conflict geïnstitutionaliseerd geraakt is. De strijd van de burgeractivisten is 'bottom-up' terwijl er enkel aan 'top-down' strategieën wordt gedacht. Een politieke oplossing is volgens de internationale gemeenschap enkel mogelijk tussen politieke leiders en de staat. Terwijl de strijd van activisten en hun burgerinitiatieven voor vrijheid, waardigheid en sociale rechtvaardigheid centraal zou moeten staan. De geestelijke vader van de burgerinitiatieven die zijn ontstaan in Syrië is de anarchist wijlen Omar Aziz, die gestorven is in februari 2013 in een gevangenis van het regime. Het is duidelijk dat er binnen de publieke opinie weinig bewustzijn bestaat over de populaire strijd en de 'grass-roots' civiele beweging in Syrië. Een verzachtende reden voor is dat het Syrische middenveld problemen heeft om te communiceren met het buitenland. Omdat er weinig elektriciteit en internet is kunnen zij moeilijk hun boodschap naar buiten krijgen. Er moet ook rekening worden gehouden met het feit dat op dit moment meer de 50% van de bevolking honger lijdt, daarmee dat ze hun schaarse middelen niet in communicatie steken. Rajaa Altalli, co-oprichter en co-directeur, vertelt: 'De situatie van de burgeractivisten in Syrië is complex. Het zijn lokale groepen of lokale organisaties die, met verschillende missies, samenkwamen in een gefragmenteerde samenleving. Sommige van deze groepen sensibiliseren, andere verlenen psychosociale zorg of werken aan verzoening. Velen doen aan humanitaire hulp. De burgeractivisten verrichten belangrijk werk voor hun gemeenschap; zonder dit werk zou Syrië er nog slechter aan toe zijn. Ze zullen echter pas echt iets kunnen doen met een beter communicatie tussen de verschillende groepen en nationale en internationale organisaties. Omdat ze op die manier samen het regime onder druk kunnen zetten. Omdat er geen andere oplossing is voor het conflict dan een politieke oplossing.' Ook volgens ngo Madani is het lokale middenveld de uitgelezen gesprekspartner om met alle spelers binnen en buiten Syrië te dialogeren om een duurzame vrede via een politieke weg te bewerkstelligen. Initiatieven zoals Radio Alwan, dat op 5 april zijn eenjarig bestaan vierde, promoot vrije meningsuiting en debat. In Darraya bokst Enab Balady op tegen de officiële kranten van het regime met een onafhankelijk weekblad. In de provincie Idlib is een herbebossingscampagne op poten gezet. Dat was nodig nadat mensen de bomen omhakten om op te branden tijdens de winter en regeringsbombardementen de bossen vernielden. Vrouwen eisen hun rechten op tijdens de internationale dag van de vrouw. Omdat zij vinden dat zij ondanks grote opofferingen weinig hebben kunnen bereiken en niet vertegenwoordigd zijn in de oppositie. Die projecten krijgen in Saraqeb en Kafranbel ondersteuning van IN GREEN, dat in alle bevrijde gebieden miljoenen euro's aan humanitaire hulp uitgeeft. De meeste initiatieven zijn ondergronds actief, uit schrik voor vergeldingsacties van het regime en de extremisten. Op dit moment is IN GREEN bezig met het beheer van water en vuilnis, infrastructuuropbouw en civiele bescherming. Het project wil de economische cyclus weer op gang brengen. Syrië heeft zoveel averij opgelopen dat het land zeker 30 jaar nodig zal hebben om terug op de ontwikkelingsgraad van 2010 te geraken. Toch is er beperkte internationale solidariteit met de burgerinitiatieven en weinig erkenning voor de uitdagingen waar zij voorstaan. Burgeractivisten en hun initiatieven staan er dus vaak alleen voor, omdat de politieke beweging onder leiding van Ahmad Al-Jabra van de Syrische Nationale Coalitie hun steeds meer naar de zijlijn verplaatst en hun geen financiële steun geeft. Al-Jabra gelooft staat voor een militaire oplossing van het conflict. Hij reist de wereld rond voor financiële steun te krijgen voor een 'game-changer', een wapen dat het militaire status-quo kan verbreken. Internationale NGO's en de VN zijn verplicht om als ze hulp willen verstrekken via het regime te gaan. De VN doet dit omdat er anders moeilijk nog een politieke oplossing kan komen omdat er dan helemaal geen dialoog meer mogelijk is met het regime. De grootste NGO die actief is in Syrië voor humanitaire hulpverlening Mercy Corps zij gaan in tegen het beleid om via het regime te gaan. Daardoor kozen zij om hun hulp in regime gecontroleerde gebieden te stoppen. Met als gevolg dat alle hulp nu geconcentreerd wordt in gebieden die door het regime gecontroleerd worden. Het is belangrijk dat er nu internationale solidariteit op gang komt zoals deze van Mercy Corps in de bevrijde gebieden. Het middenveld in de Westerse wereld moet zich afvragen of er een populaire strijd aan de gang is en of er organisaties zijn met welke zij hun waarden delen? Het antwoord op beide vragen is: JA! Dus het is nu het moment dat de burgeractivisten aan het langste eind trekken. En dat er een geweldloze 'game-changer' komt voor de Burgeractivisten zodanig zij als een feniks uit het stof kunnen oprijzen. There are 10 to 15 million Syrian-Lebanese people in Latin America. There is a community of about 5-10 million living in Brazil, 3,5 million in Argentina and half a million in Venezuela. They are mostly Christians who fled the Ottoman Empire at the end of the 19th century. They forgot their language and assimilated to the Latin American culture or so it seems.
A revival of Syria-Lebanese identity Before it was not rarely seen that these families use Arab words in their family dialect of Portuguese and Spanish. Also people should not forget that in those families grand mothers dish is mostly a Syrian-Lebanese dish. Now we see in São Paulo Arab cultural happenings with typical food and dance. Also more and more decedents are learning Arabic. With the Syrian crisis there is manifestation of their cultural and political identity, rarely seen in the Syria-Lebanese Diaspora, more commonly seen in the Palestinian Diaspora. The strange thing is that the revival started earlier than the Syrian crisis. Raise of the left and the strategic alliance with the Middle East Around the start of the new millennium a new leftist caudillo rose up, Hugo Chavez, for his socialism of the 21st century, he believed they needed a multipolar world, consisting of different dominant regional powers. In the first decade of the 21th century left-wing governments popped up in Latin Amerika. The anti-imperialistic logic and the terrorist attacks of 9/11 made the Middle East the focal point of the imperialistic and anti-imperialistic powers in the world. Chavez needed strategic alliances with the Middle East, he introduced a direct flight between Teheran and Caracas (Capital of Venezuela) and supported the regime of Al-Assad with oil shipments starting in 2010. Also current leftist President Maduro of Venezuela let a lawmaker form his party leave to Syria to fight with the regime, Maduro called it a dignified stance.When the war in Gaza broke out in 2014, Maduro said it would admit Palestinian children to Venezuela to give them medical care. He proclaimed that Israel was committing genocide in Palestina, while he is supporting genocide in Syria. In Uruguay the president Mujica said he would accept Syrian Refugees. The awaking Latin America's left and the Middle East forged a new anti-imperialistic axis or South-South relations in the first 10 years of the 20th century. The main countries involved are Brazil, Venezuela, Syria and Iran. In June 2010 Bashar Al-Assad did a Tour in Venezuela, Cuba, Brazil and Argentina, this was a first visit of a head of state of the Middle East to Latin America. His goal was to reactivate the relation with the diaspora in Latin America. Also to distribute anti-imperialistic publications to introduce people to geopolitics of the Middle East. Al-Assad and his wife seduced the public opinion and an energy treaty with signed between Venezuela and Syria, which would become crucial in the current crisis. Bashar Al-assad also took time to talk to the main leaders of the Syrian-Lebanese community to bring them closer to their roots. Just after the re-election of Chavez in 2012, he proclaimed that the opposition in Syria were terrorists, although this seemed more symbolical. The Syrian revolutions and the war that followed simultaneously could not leave the Syrian-Lebanese community untouched. Most of the communities and especially left wing of Syria-Lebanese community support the regime of Al-Assad. Only a small minority supports the revolution. The positions and mobilization of the communities in Venezuela, Brazil and Argentina. In Venezuela they still remember the 2002 coup d'état which was shown to the world in the documentary, the revolution won't be televised. For Venezuela of Chavez, later after his death, of Nicolas Maduro they supported the Syrian Regime, because they saw the revolution like in their country in 2002 as a coup d'état. They kept close contact with the Syrian embassy in Caracas and published the reports of the embassy in the press. For the Regime in Venezuela the “coup d'état” Syria was the work of Imperialistic forces and Al-Assad was doing a heroic battle against the reactionaries. On the other side Bashar Al-assad showed his solidarity with the violent crackdown on the protests in Venezuela earlier this year. Just a few days ago the university of Damascus honored Chavez for his bringing about a multipolar world on the 23th of April 2014. In Brazil the support is less ideological, but for example the Free Syrian Army (FSA) is considered as a terrorist group. The support from the regime comes mostly, because of fear of the Jihadist fighting along the FSA against the regime. They believe that this will lead to a new wave of immigration from Syria like at the end of the 19th century. Their community is mostly Christian and the community is afraid of the new position the minorities would have in a new Syria. In Argentina the support of the Syria-Lebanese community is mostly for the regime in Syria. They call the FSA, rats or Contra's like the army in Nicaragua that fought the Sandinistas. The supporters organized in 2012 a global march for Syria in Buenos Aires. The strange thing was that in Argentina, more than in Brazil and Venezuela the movement was geopolitical and strategic. They were protesting against the isolation of Iran and the destruction of the Shia axis. This is because there is an old and well organized community of Alawies in Argentina, and one of the founders of the Baath-party resided in Argentina. The diplomacy In November 2012 the special envoy of Al-Assad, Bouthaina Chaaban, was in Latin-America for treatment, but apparently this was a fake excuse to have a dialogue with the most important members of the Syria-Lebanese expats, like Al-Assad calls the diaspora. He met the Syrian-Lebanese vice-president of Brazil, Michel Temer, in a meeting organized by the Syria-Lebanese community in São Paulo. In Venezuela he tried to negotiate a new delivery of fuel and last but not least an escape plan for the Assad family and her entourage. Bashar Al-assad hold elections on the 3th of June of 2014, he send invitations to friendly countries, also the Latin American countries are included. The heads state and deputies of Brazil, Venezuela, Cuba, Ecuador, Bolivia and Nicaragua are invited to follow the poll. During Putin's tour in Latin America in July, he proclaimed that he wants that Latin America becomes their major ally according to his anti-imperialistic logic. The plan is to make Russia and the Latin-America more interconnected on the economical level. Russia is with the boycot of the Western world searching to import meat, fish, fruit and vegetables and diary products. These are opportunities for these communities, but what will this lead to in the future... Venezuela is buying weapons from China and Russia. China is an older player on the continent. The Latin-americans Caudillo's believe in a multipolar world, all they will get is a new imperialist power like China or/and Russia. The Latin American people are used to this, when the Chinese came they said it was a Chinese tale, or a lie, now it will a Russian tale. Conclusion Syrian regime is actively searching for military, energetic, public support in Latin America and the left in Latin America forged the public opinion in a way that it seems normal to support the regime from an anti-imperialistic viewpoint. The Latin American leaders are preparing a new home for the Syrian regime as the revolutionaries would be the mayor player in the construction of a post-conflict Syria. One thing is sure, the Syrian conflict is a mayor divider of the international communities. This won't bring peace to the innocent Syrian civilians who hardly survive the conflict in their country. This is the biggest mistake of the Latin American left, that they didn't support the people, but the heads of state. For this, the history will NOT absolve them. If you want to know there is not a single leftist brigade fighting in Syria and why the masses in the Arab world do not look to the left but to the right, to Islamists, for guidance, inspiration, and political leadership, start with the betrayal of internationalism and socialism by the governments of Venezuela and Cuba. The Syrian regime has always delivered cosmetic services to the status of women. At the moment within the Syrian opposition movement, women get few important positions. Women civil activists witness that the same is happening in the political context. But women do not want this situation to continue, and are readyto stand up for their rights more openly.
Women are the front-runners of the revolution According to Hiba Alhaji (Om Ezzideen), who established the first center for women in the province of Idlib, 40 years of exclusion of women has been enough for women to undertake the revolution: ‘Women had their place in the regime, but they were always members of the Al-Assad families sect, the Alawies. There were women in the parliament, but they had always a bad reputation. Women who had connections with the Muslim Brotherhood were band from governmental jobs and the labour market.’ We cannott forget that on 12 March 2011, when the opposition was still shouting for reforms, it was the daughter of the Druze Sultan Alatrash, who for the first time openly called for the regime to step down. But it became soon clear that the dream of ending the patriarchal regime would be difficult, as this was in contradiction with the sometimes traditional and conservative values of one part of the movement. The opinions were actually divided when women activists debated the need to wear traditional clothes or not; some said it is part of the patriarchal regime, others said it is a free choice. Although many women civil activists believed that their rights would go hand in hand with the claims for democracy and freedom, this has not been the case until now. Some testimonies According to female civil activist Yara Nuseir the political opposition wants to project an image of plurality, they want a woman in their ranks, and more precisely a woman from a religious minority: ‘They never had the aim to end the struggle for inequality and guarantee true equal rights for women. Feminism is not a value that is propagated by the political opposition in Syria. Zaina Erhaim, a journalist who brings stories out about women activists, tells her story: ’It was two days before Geneva 2, I was called by the official delegation of the political opposition, the Syrian National Coalition. They needed a woman and someone who speaks English to attend the delegation to Geneva. I decided not to do join, as this political movement clearly wants my presence only for the picture, to fill the quota for women without giving women a voice or real place at the negation table. ‘ When certain segments of the revolutionary movements took up there weapons, women got an important role in the field of humanitarian aid, conflict resolution and psychological aid and support for children. There were even women rebels like Jivara from Aleppo, one of the best snipers of the Free Syrian Army. This said, there is actually a very big difference in the way the different rebel groups treat women. For most of the Islamists it is Haraam, which literally means ‘forbidden’ in Arabic, for women to work except for jobs like nursing and teaching. Based on this approach/interpretation, Alhaji, a women in Raqqah, the progressive town that is now under control of ISIS, was beaten merely on the fact of chatting on facebook: The rebels of ISIS also threatened to kill women if they do not wear a headscarf. This began in November 2013 when ISIS took control of the city of Raqqah. Erhaim told me that the months before the taking control of Raqqah, she walked freely through the city. She saw girls full of makeup and without a headscarf walking before the headquarters of ISIS in Raqqah. According to Alhaji women are better treated in the ranks of the Free Syrian Army: ‘because they see us as sisters.’ Erhaim is one of the journalists and activists who came to the liberated areas in the North of Syria to escape the terror of the regime. She tells me that in the Northern cities it is more difficult to walk without a headscarf, because these are poor and conservative regions. She even told me that she is afraid to buy food and vegetables without the company of a man. Razan Ghazzawi asks herself how many women there are in the Syrian National Coalition and the local councils. ‘We get symbolic recognition, but we don’t get an active role in the political opposition.’ Until now the most important role model for women in the Syrian National Coalition is Suheir Atassi, who is a civil activist of the first hour, she is vice president. Khawla Dunia says the Syrian National Coalition is just a mirror of the regime; the decision-making is in the hands of men too. According to Erhaim the life of Syrian women is 3 times harder than of men: ‘This is because of the traditions in the conservative areas, the military repression, the shadowing and the social pressure. Women have to stand up against this and then convince people to be taken seriously.’ The Syrian activist who got most acknowledged is Razan Zaitouneh. Before the revolution she was a lawyer who defended the rights of political prisoners. During the revolution she mapped human rights violations and supported local councils. She is a symbol for female resistance. In Europe she is know because in 2011 she won the European Parliament’s Sakharov prize for freedom of thinking as one of the activists of the Arab Spring. She was not able come to Brussels as she is hiding from the regime. In December 2013 she kidnapped by an unknown rebel group and still considered captured. Women are the game changer According to Dunia, the situation of Syrian women is also worse than men’s situation: ‘There is an imbalance between our sacrifices and what we achieved’. Yara Nusair thinks that women are crucial to give energy and support to their communities en that women have to convince men of feminist values’ According to Hiba Alhaji one can not deny the fact that women are leaders and front-runners of the revolution. Erhaim adds that the revolution has made women conscience about their oppression by the current regime. Khawla Dunia compares women with spices for men in the political movement: ‘ They use us like spices to give taste, but spices do not have an influence to change the main ingredients. I do not’t want to participate in any form of cooking as long as I am not an active participant.’ The Syrian regime has always delivered cosmetic services to the status of women. At the moment within the Syrian opposition movement, women get few important positions. Women civil activists witness that the same is happening in the political context. But women do not want this situation to continue, and are readyto stand up for their rights more openly.
Women are the front-runners of the revolution According to Hiba Alhaji (Om Ezzideen), who established the first center for women in the province of Idlib, 40 years of exclusion of women has been enough for women to undertake the revolution: ‘Women had their place in the regime, but they were always members of the Al-Assad families sect, the Alawies. There were women in the parliament, but they had always a bad reputation. Women who had connections with the Muslim Brotherhood were band from governmental jobs and the labour market.’ We cannott forget that on 12 March 2011, when the opposition was still shouting for reforms, it was the daughter of the Druze Sultan Alatrash, who for the first time openly called for the regime to step down. But it became soon clear that the dream of ending the patriarchal regime would be difficult, as this was in contradiction with the sometimes traditional and conservative values of one part of the movement. The opinions were actually divided when women activists debated the need to wear traditional clothes or not; some said it is part of the patriarchal regime, others said it is a free choice. Although many women civil activists believed that their rights would go hand in hand with the claims for democracy and freedom, this has not been the case until now. Some testimonies According to female civil activist Yara Nuseir the political opposition wants to project an image of plurality, they want a woman in their ranks, and more precisely a woman from a religious minority: ‘They never had the aim to end the struggle for inequality and guarantee true equal rights for women. Feminism is not a value that is propagated by the political opposition in Syria. Zaina Erhaim, a journalist who brings stories out about women activists, tells her story: ’It was two days before Geneva 2, I was called by the official delegation of the political opposition, the Syrian National Coalition. They needed a woman and someone who speaks English to attend the delegation to Geneva. I decided not to do join, as this political movement clearly wants my presence only for the picture, to fill the quota for women without giving women a voice or real place at the negation table. ‘ When certain segments of the revolutionary movements took up there weapons, women got an important role in the field of humanitarian aid, conflict resolution and psychological aid and support for children. There were even women rebels like Jivara from Aleppo, one of the best snipers of the Free Syrian Army. This said, there is actually a very big difference in the way the different rebel groups treat women. For most of the Islamists it is Haraam, which literally means ‘forbidden’ in Arabic, for women to work except for jobs like nursing and teaching. Based on this approach/interpretation, Alhaji, a women in Raqqah, the progressive town that is now under control of ISIS, was beaten merely on the fact of chatting on facebook: The rebels of ISIS also threatened to kill women if they do not wear a headscarf. This began in November 2013 when ISIS took control of the city of Raqqah. Erhaim told me that the months before the taking control of Raqqah, she walked freely through the city. She saw girls full of makeup and without a headscarf walking before the headquarters of ISIS in Raqqah. According to Alhaji women are better treated in the ranks of the Free Syrian Army: ‘because they see us as sisters.’ Erhaim is one of the journalists and activists who came to the liberated areas in the North of Syria to escape the terror of the regime. She tells me that in the Northern cities it is more difficult to walk without a headscarf, because these are poor and conservative regions. She even told me that she is afraid to buy food and vegetables without the company of a man. Razan Ghazzawi asks herself how many women there are in the Syrian National Coalition and the local councils. ‘We get symbolic recognition, but we don’t get an active role in the political opposition.’ Until now the most important role model for women in the Syrian National Coalition is Suheir Atassi, who is a civil activist of the first hour, she is vice president. Khawla Dunia says the Syrian National Coalition is just a mirror of the regime; the decision-making is in the hands of men too. According to Erhaim the life of Syrian women is 3 times harder than of men: ‘This is because of the traditions in the conservative areas, the military repression, the shadowing and the social pressure. Women have to stand up against this and then convince people to be taken seriously.’ The Syrian activist who got most acknowledged is Razan Zaitouneh. Before the revolution she was a lawyer who defended the rights of political prisoners. During the revolution she mapped human rights violations and supported local councils. She is a symbol for female resistance. In Europe she is know because in 2011 she won the European Parliament’s Sakharov prize for freedom of thinking as one of the activists of the Arab Spring. She was not able come to Brussels as she is hiding from the regime. In December 2013 she kidnapped by an unknown rebel group and still considered captured. Women are the game changer According to Dunia, the situation of Syrian women is also worse than men’s situation: ‘There is an imbalance between our sacrifices and what we achieved’. Yara Nusair thinks that women are crucial to give energy and support to their communities en that women have to convince men of feminist values’ According to Hiba Alhaji one can not deny the fact that women are leaders and front-runners of the revolution. Erhaim adds that the revolution has made women conscience about their oppression by the current regime. Khawla Dunia compares women with spices for men in the political movement: ‘ They use us like spices to give taste, but spices do not have an influence to change the main ingredients. I do not’t want to participate in any form of cooking as long as I am not an active participant.’ Burgeractivisme in Syrië blijft overeid
Hoe is het allemaal begonnen? Toen de revoluties in Tunesië, Egypte en Libië uitbraken, kregen de Syriërs hoop. Er gingen berichten de wereld rond dat een fruitverkoper in Sidi Bouazid, genaamd Mohamed Bouazizi, zichzelf in brand gestoken had uit protest tegen de onderdrukking en vernederingen door het regime. Daarop volgend ontstond een revolutie tegen het regime van Ben Ali. Voor veel activisten was het in Syrië wachten tot zij konden overgaan tot vreedzame protesten. Begin maart 2011, durfden enkele kinderen op een muur in Dara'a de revolutionaire zin Ash-shab yurid isqat an-nizam, het volk wil het regime omver gooien, te schrijven. Ze werden opgepakt en gemarteld door de inlichtingendiensten. Hun ouders probeerden eerst het probleem in der minne te regelen met de inlichtingendiensten, maar dat lukte niet. Daarop ontstond protest in Dara'a, dat zich over heel het land verspreidde. Doordat nu alle ogen op Syrië gericht waren, hoopten de activisten dat deze opstand niet bloedig neergeslagen kon worden zoals vorige opstanden in bv. Aleppo in '82. Ook al werden de protesten met extreem geweld neergeslagen, toch bouwden talloze Syriërs via sociale media, cartoons en creatief verzet aan een civiele beweging. Spottende slogans in Kafranbel Het Kafranbel in de provincie Idlib is het creatieve centrum van de revolutie. Het dorp verwierf faam met zijn spottende slogans tijdens betogingen. Tot ongenoegen van extremistische groeperingen bedenken creatievelingen Engelse slogans om internationale aandacht te krijgen voor ‘de oorlog tegen burgers’. De dorpelingen stellen ook de onverschilligheid in het westen aan de kaak. De mensen in dat dorp hebben niets te verliezen in hun huidige situatie. Ze willen vrijheid.[i] De leider van deze acties is Raed Fares (40). Vroeger was hij lid van de Baath-partij, waar hij faam verwierf. Hij bekritiseerde echter de Syrische inlichtingendiensten te veel en vond het onredelijk dat mensen die te dicht bij de Moslimbroeders staan geen job bij de overheid kregen. Zijn activisme begon toen de protesten in Tunesië en Egypte startten. In zijn immobiliënkantoor had Fares samen met een paar gelijkgestemde advocaten het plan opgevat om iets te veranderen. In februari 2011 begonnen ze slogans tegen het regime op muren te spuiten. Toen hadden ze nog niet het idee om er video's en foto's van te maken. Op 25 maart 2011, toen de protesten nationaal werden, vond er nog een pro-al-Assad rally plaats in Kafranbel. De week daarop barstte het burgerprotest echter los. Fares begon Engelstalige boodschappen te versturen via verschillende kanalen. “We dachten dat de internationale gemeenschap meer zou reageren om mensenrechtenschendingen tegen te gaan als we dit verhaal in het Engels zouden brengen.” In januari 2013 spraken ze over de ‘Syrische revolutie’. “Iedereen begon over een burgeroorlog te spreken. Wij willen de internationale gemeenschap eraan herinneren dat het hier gaat om een revolutie en niet om een burgeroorlog.” Executies in kaart brengen In Raqqa zijn er regelmatig executies door moslimextremisten. Hiertegen komt een bewonderenswaardig mensenrechtenactivist in actie. Asyad Al-Mousa, een 34 jaar oude advocaat, brengt de mensenrechtenschendingen van het regime en de moslimextremisten in kaart. Door het verzamelen van bewijzen van mensenrechtenschendingen, wil hij iets doen om Syriërs te beschermen. Toen vier maanden geleden een nieuwe executie werd aangekondigd, mobiliseerde Al-Mousa zijn medestanders en deden ze een sit-in op het plein waar de executies doorgaan. Ze maakten een banner met de slogan 'Hier is het licht van de vrijheid en jullie zullen het niet van ons afnemen'. Hun sit-in heeft de ter dood veroordeelden niet kunnen redden, maar daarna zijn er minstens drie maanden geen executies meer geweest in Raqqa. In oktober werden echter weer 17 mensen geëxecuteerd. Soms is het confronterend voor Al-Mousa, zoals toen een lid van de inlichtingendienst die hem nog gemarteld had, terechtgesteld werd. Al-Mousa vond dat hij het verdiende. Al-Mousa zegt dat hij meer schrik heeft van islamisten dan van het regime. Hij is moslim, maar hij trekt een duidelijke lijn tussen zichzelf en de moslimextremisten. Hij is geen extremist geworden omdat hij sterk in zijn schoenen staat en gelooft in rechtvaardigheid.[v] Een radio die droomt van een beter land In het Noordelijke Saraqib richtten kritische burgers een nieuw radiostation Alwan (Kleuren) op. Saraqib staat niet meer onder bestuur van het Syrische regime. Veel burgers zijn zich goed bewust van de vrijheid die ze willen en kanten zich tegen wie hen tegenwerkt, het regime of extremistische groepen. Radio Alwan wordt geleid door een groep jongeren. Hun droom is een beter land voor alle Syriërs. Omdat ze via FM uitzenden kunnen ze ieder Syrisch gezin in de Idlib provincie bereiken, en ze zijn online te volgen. Radio Alwan begon in april 2013 uit te zenden en wil genuanceerde meningen brengen. Het station baseert zich op tolerantie en wil de civiele samenleving versterken. Hun hoofdbedoeling is om mensen uit de depressieve sfeer te trekken. Daarom brengen ze hoopvolle berichten en aangename muziek. Ze proberen met de doorsnee Syriër in contact te komen om problemen te bespreken en gevoelens van haat en wraak te bestrijden. Ze leren de Syriërs welke rechten ze hebben, in een taal die makkelijk te verstaan is.[vi] Rebellengroepen onder de duim Even buiten Damascus ligt een stad in handen van rebellen, Darayya. Het is hier anders dan in andere bevrijde steden. Hier moeten de rebellengroepen rekenschap geven aan een lokale burgerraad. In andere steden werken rebellen en burgers nauwelijks samen. Het idee ontstond omdat de inwoners niet meer aan het regime moesten gehoorzamen en zich ten dienste van hun stad konden stellen. Eerst begonnen ze samen de stad op te ruimen. Daarna voerden ze controle op de rebellengroepen in. Begin 2012 begonnen enkele journalisten in de stad hun eigen krant, Enab Baladi (Plaatselijke druiven). Zij wilden meer dan de drie officiële kranten van het regime. Ze menen dat, om het regime te verslaan, de geesten moeten veranderen. Daardoor schrijven ze niet alleen over politiek, maar ook over economie, samenleving, cultuur en geschiedenis. Er is een online versie en een gedrukte versie van de krant. De grootste oplage was 800 exemplaren. De krant bericht ook over politieke gevangenen die nu al twee en een half jaar in de gevangenis zitten en leert de Syriërs hoe ze zonder sporen achter te laten op facebook actief kunnen zijn. Vrouwen die van aanpakken weten In de Westelijke stad Salamia houden vrouwen het vuur van het vreedzame verzet brandend. Elke zaterdag komen vrouwen samen om te bespreken wat er zich de afgelopen week heeft afgespeeld. Daarna schrijven ze samen een politiek pamflet en verspreiden dit in hun stad. Ze publiceren het pamflet ook online zodat heel de wereld het kan zien. Het is opvallend dat deze vrouwen sinds het begin van de revolutie nooit gestopt zijn met actievoeren in het openbaar, omdat de stad nog steeds in handen is van het regime. Op 12 mei ontving ik een bericht in mailbox, een vierde pijler organisatie is opzoek naar een fotograaf om foto's te nemen van hun project. Het is een bericht van Annelien de dochter van Frieda, verantwoordelijke van Okwagaanana, met de vraag of ik interesse heb in een project in Namwendwa, Oeganda. Ik heb sympathiseer onmiddellijk met Annelien omdat ze een authentiek verhaal brengt. Aangekomen in Kamuli kom ik aan in hotel waar ik de enige klant ben. Ik bestel iets om te eten, hongerig als ik was na een lange tocht. Ik stel me de vraag moet ik echt weer zo ver komen voor een authentiek verhaal? Als 's avonds Frieda, Leen en Jo op bezoek komen in mijn hotel, trek mijn twijfel weg en krijg ik vertrouwen. De eerste dag kom ik in contact met Steven Mubiro, hij is een zeer integer man en staat met beide voeten op de grond. Het wordt mij snel duidelijk dat zijn vriendschap voor Frieda oprecht is en dat er sinds 2002 veel is opgebouwd. Steven doet zijn visie uit de doeken voor de boerenbeweging; de verschillende projecten als model gebruiken voor de rest van Oeganda. Hij vertelt dat ze in het opleidingscentrum verschillende technieken onderwijzen om boeren hun voedselproductie te verhogen. Dat er technieken van accumulatie van geld zoals de tontine worden gebruikt om boeren aan financiële middelen te helpen om hun landbouw en veeteelt te verbeteren. Allemaal projecten die het wel en wee van de boeren verbeteren. Bij het bezoek van de projecten merk ik de passie voor het milieu van Frieda op, ze vraagt naar de namen van de planten en hoe de boeren deze gebruiken om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Ze krijgt enorm veel begrip van de mensen en iedereen staat klaar voor haar. Zij is ook zeer begaan met het leven van de mensen in Namwendwa. Het is precies of ze op vriendenbezoek gaat haar relatie met de inwoners van Namwendwa is authentiek. De authenticiteit is de kracht van haar engagement. Er zijn geen hiërarchische relaties, ze behandelt iedereen als haar gelijke, iets dat ik opmerk door mijn vele reizen in het buitenland dat niet iedereen gegeven is. Steven Mubiru is eigenlijk de grote leider van het project hij heeft de visie, maar grote mannen hebben nood aan sterke partners. Frieda is zijn partner die hem de nodige ondersteuning geeft om zijn project te realiseren. Frieda kan dit doen omwille van haar uitgebreid netwerk in België die zij heeft kunnen engageren om Steven de nodige speelruimte te geven voor het realiseren van zijn projecten. De impact van dit project is duidelijk zichtbaar, bijdragen vanuit België hebben echt het verschil kunnen maken. Er staan twee scholen om u tegen te zeggen, waar steeds meer kinderen worden onderwezen en die ook sinds kort erkend is door de staat, zodat kinderen hun staatsexamen kunnen afleggen waarvoor zij vroeger ver moesten reizen. Er is een gemeenschapsgevoel ontstaan bij de vrouwen van de vrouwenbeweging, zij helpen elkaar bij het verbeteren van hun oogst. De kennis die ze hebben op gedaan bij in de opleidingsschool worden ook stelselmatig toegepast en je ziet hoe ze een akker zo effectief mogelijk gebruiken. Je wordt geconfronteerd met traditionele landbouw die wordt gecombineerd met de nieuwste technieken. Mijn conclusie is dat dit een project is dat gedragen wordt door de lokale gemeenschap, met wederzijds respect wordt er een harmonieuze samenwerking gerealiseerd. Het project is voldoende gedragen door de bevolking en Frieda heeft veel meer bijdraagt dan doneren. Op 3 september 2013 werd een mijlpaal bereikt, het miljoenste kind vluchtte uit Syrië. In totaal zijn er ongeveer 2 miljoen vluchtelingen buiten Syrië en dagelijks vluchten er 5000 Syriërs de grens over. Een jaar geleden kreeg ik de opdracht van UNHCR om een stuk te maken over hervestiging van Syrische vluchtelingen met als case studie het Za'atari vluchtelingenkamp. Het werd mij al snel duidelijk dat de vluchtelingen maar één ding willen en dat is terugkeren naar hun land. Dus vloeide er een fotoreportage uit voort met de nadruk op de Syrische vluchtelingen kinderen. Toen ik in Jordanië toekwam in september 2012 werd ik van het kastje naar de muur gestuurd om een toelating te krijgen om het vluchtelingenkamp te mogen betreden. Na 2 weken proberen kon ik eindelijk vertrekken op de voorlaatste dag van mijn reis. Ik vertrok uit de hoofdstad Amman naar de provincie el Mafraq in het Noord Oosten. Aangekomen in het Za'atari kamp waar ongeveer 30.000 vluchtelingen werden ondergebracht werd het mij als snel hoe indrukwekkend en immens het vluchtelingenkamp is. De hitte was onverdragelijk en op de belangrijkste boulevards tussen de tenten probeerden de vluchtelingen aan de kost te komen door brood te bakken, haar te knippen, chips en snoepjes te verkopen. Opeens hoorden ik een hels kabaal en een menigte van 300 jongeren op mij afkomen. Het waren jong volwassenen die juist het nieuws hadden ontvangen van een belangrijke overwinning van de rebellen op het regime, iedereen was aan het joelen en er was echt een feeststemming. Van onze gids moest ik al snel doorlopen en ik kwam terecht in een deel van het kamp waar de juist aangekomen vluchtelingen werden opgevangen. Ik begon alvast met het interviewen van mensen en foto's te nemen. We vroegen naar de verhalen van de mensen, naar wat ze hadden meegemaakt. Een jongen toonde mij een littekens van schotwonden op zijn arm. Hij was met een groep vrienden over straat aan het lopen toen hij werd aangevallen door de soldaten van het regime, hij was de enige van zijn vrienden die de aanslag overleefde. Tijdens het vertellen van zijn verhaal boden zijn ouders mij eten aan, eerst wou ik het niet aanvaarden omdat te mensen dat te mensen in dat vluchtelingenkamp te weinig te eten hebben. Maar daarna vertelden ze mij dat ze eigenlijk genoeg eten hebben, maar dat de Jordaanse keuken niet te eten valt. Bij het buitenkomen van de tent wordt ik aangeklampt door kinderen die willen dat ik een foto neem, je ziet in hun ogen dat ze een jeugdig enthousiasme kwijt zijn. Opnieuw word ik een tent ingetrokken door een man die ik herkende van een foto van in de "Jordanian Times". Hij schenkt thee in en begint te vertellen dat zijn jongste zoon juist begon te praten, hij zijn eerste woordjes zei, maar dat hij toen hij opgeschrokken werd door een bom die naast hun huis ontplofte en een deel van hun gevel vernietigde gestopt was met spreken. De vader vertelde mij dat zijn zoon nu al enkele weken niet meer spreekt. Het werd mij duidelijk dat kinderen de grootste slachtoffers zijn van deze crisis. Na verschillende interviews en foto's blies ik de aftocht, mijn de verhalen zouden nog lang door spoken in hoofd, zeker toen de winter kwam en de situatie in het vluchtelingenkamp schrijnend werd. Dit is het verhaal van veel kinderen in het Za'atari kamp, ze hebben last van angstaanvallen, voelen zich onzeker, tekenen oorlogstaferelen en verkleden zich als rebellen. Voor de kinderen is de situatie kritiek! Op dit moment zijn er zo'n 180 000 vluchtelingen in het Za'atari vluchtelingenkamp en is daarmee het tweede grootste vluchtelingenkamp ter wereld. Als je weet dat de maximale capaciteit 80 000 is, dan snap je welke catastrofe er zich zal voltrekken tijdens de winter in Jordanië. Dat het water tussen Fernand Huts, CEO van de Katoen Natie, en Antwerps stadsbestuur diep is was al een tijdje duidelijk. Huts heeft zijn strijd vereeuwigd in een nieuw kunstwerk. Echter is officiële verklaring dat hij met dit kunstwerk wilt waken over de stad en de haven.
Huts zijn kunstwerk staat op de Singelberg gelegen waar de hoofdzetel van de Katoen Natie gelegen is. Huts had zo'n 200 gasten uit de havenwereld en de politiek uitgenodigd onder wie vader en zoon De Croo (Open VLD), minister Turtelboom (minister van Justitie, Open VLD) en Anwerps cultuurschepen Philippe Heylen (CD&V). Huts had de genodigden gevraagd om zich in het blauw te kleden. Ter plaatse kregen ze nog een blauwe helm en een blauwe stok. De gasten namen plaats op de tribune en kregen na een ander half uur wachten de blauwe houwitser te zien . Het is een creatie van het Rotterdamse Atelier van Lieshout. De boodschap De cultuurschepen Philippe Heylen: "Het blauw staat voor de vrede. En Neen Fernand, ik voel mij niet bedreigd. Trouwens, Huts is net als ik geboren in de Seefhoek. Hij gaat niet op zijn eigen stad schieten." beweerde Heylen. Daarna mocht Heylen het kunstwerk testen op zijn culturele waarde door losse flodders af te vuren. Waarna Heylen bevestigde dat het kunstwerk toch indruk maakt. Huts: "Dat is oorlogszuchtige taal! Een kunstwerk en een kanon mag je niet door elkaar halen" . Die vervolgens met uitgestreken gezicht uitlegt: " Zo heeft de donker blauwe houwitser een bereik van 12 kilometer en vormt de dierentuin van Antwerpen het doelwit. " De Huts-show Heylen onthult de naam: Jan Zonder Vrees. Aan het einde van de show beweerde Huts dat hij met zijn kunstwerk gaan politieke boodschap wilt overbrengen: " Kunst is kunst " Volgens Annemie Turtelboom is de boodschap duidelijk: " dit kanon is een manier om de politiek te teasen". Op 30 september demonstreerden de Haïtianen om de staatsgreep van 1991 van het leger (FAD'H) tegen Bertrand Aristide te herdenken, de toenmalige priester-president. Tijd voor de Lavalas (vertaald van het Creools 'de overstroming', verwijzende naar het Bijbelse verhaal van de Noë), de stoottroepen van Aristide, en een grasrootsbeweging die de armen een stem geeft om van zich te laten horen. Duizenden manifestanten kwamen op straat en sommigen gingen in gevecht met de ordetroepen. Martelly, president van Haïti, was 'not amused' en riposteerde met traangas. Volgens Henry Ronald, verantwoordelijke van een weeshuis in Waaf-Jérémy in Port-au-Prince (een sloppenwijk juist buiten Bel Air, bastion van de Lavalas), was Martelly één van de grote supporters van de staatsgreep. Martelly deed er tot nog toe alles aan om de Lavalas te criminaliseren, maar hun macht groeit. Het uitblijven van parlementaire en lokale verkiezingen zorgt voor onrust bij de sloppenwijkbewoners (de machtsbasis van de lavalas). Volgens Ronald is het nu al twee jaar dat deze uitblijven. Het spel van de Lavalas is nu om de politieke druk te verhogen. Volgens de Washington Post kan de Lavalas beweging van Aristide zelf een belangrijke concurrent van Martelly worden bij de verkiezingen De Lavalas eisten het vertrek van Martelly op basis van de recente aanklachten van corruptie, de autoritaire trekjes van Martelly en omwille van het uitblijven van verkiezingen. Dokter Joseph Molière, oud-minister onder de Lavalas-regering, vertelt tijdens de demonstratie aan Le Nouvelliste, een Haïtiaanse krant, dat hij demonstreert voor de bevrijding van het Haïtiaanse volk. Zolang de verkiezingen uitblijven zal het turbulent blijven in Port-au-Prince. Eén ding staat vast, de Lavalas hebben met succes de politieke onvrede kunnen kanaliseren. Het is dan ook de eerste keer sinds jaren dat de Lavalas hier in slaagde op de betoging van 30 september. |
Archives
January 2015
Categories
All
|